Wireless PCI Manager

Het pictogram van de Wireless PCI Manager in de systeembalk geeft de status van de draadloze verbinding aan.

De kleur van het pictogram geeft de status van uw draadloze netwerk aan.

Kleur pictogram in systeembalk    Status draadloze verbinding
Groen Draadloze verbinding is goed
Geel Draadloze verbinding is zwak
Rood Geen draadloze verbinding

Dubbelklik op het pictogram om de Wireless PCI Manager te openen.

De Wireless Configuration Manager bestaat uit vijf onderdelen: Configuration (Configuratie), Link Information (Link-informatie), IP Information (IP-informatie), Site Survey (Locatie-inspectie) en Version Information (Versie-informatie).

In alle onderdelen staat een knop waarmee u de radiofunctie van de draadloze PCI-adapter kunt in- of uitschakelen.

Als u wijzigingen in de instellingen in het configuratiehulpprogramma aanbrengt, moet u op Apply (Toepassen) klikken om de wijzigingen toe te passen. Klik op Exit (Afsluiten) wanneer u de informatie hebt bekeken en eventuele wijzigingen hebt aangebracht.

Configuratie

Klik op het tabblad Configuration (Configuratie) om een verbindingsprofiel aan te maken of te bewerken of om de verbindingsinstellingen van de draadloze PCI-adapter in te stellen.

Als u verbinding wilt maken met verschillende draadloze netwerken in verschillende gebieden, kunt u profielen aanmaken zodat u afhankelijk van uw locatie en situatie gemakkelijk tussen netwerken kunt wisselen.

Als u verbinding probeert te maken met een netwerk waarop beveiligingsinstellingen zijn ingeschakeld, dient u een profiel aan te maken en de benodigde informatie op te geven. Raadpleeg de documentatie bij uw draadloze router of access point voor aanwijzingen over hoe u de benodigde beveiligingsinformatie kunt vinden.

U hebt de volgende configuratie-informatie van uw netwerk nodig voordat u een draadloze verbinding tot stand brengt:

Infrastructure wordt gebruikt voor thuisnetwerken, bedrijfsnetwerken en openbare hotspots, waarbij u een verbinding maakt met een draadloze router of een draadloos access point.

Ad Hoc wordt gebruikt voor peer-to-peer-netwerkverbindingen, waarbij u direct verbinding met een andere draadloze adapter maakt. Draadloze apparaten in hetzelfde draadloze ad hoc-LAN dienen dezelfde radiofrequentie te gebruiken.

Als het draadloze apparaat de netwerknaam uitzendt, wordt deze weergegeven in de vervolgkeuzelijst met netwerknamen.

Wanneer beveiliging is ingeschakeld op het netwerk, hebt u ook de volgende informatie nodig:

U kunt een nieuw profiel aanmaken door op de knop New (Nieuw) te klikken naast het keuzemenu Select Profile (Profiel selecteren). Voer vervolgens een profielnaam in in het venster dat wordt geopend. Nadat u het profiel hebt aangemaakt, kunt u het selecteren in dit keuzemenu Select Profile. Indien u Default (Standaard) hebt geselecteerd, gebruikt de draadloze PCI-adapter geen specifieke configuratie-informatie wanneer deze verbinding met een netwerk probeert te maken. Indien u een profiel selecteert dat u hebt aangemaakt, kunt u alleen verbinding maken met een netwerk dat dezelfde configuratie-informatie heeft.

Indien u een profiel aanmaakt en unieke configuratie-informatie opgeeft, dient u op Save (Opslaan) te klikken nadat u de configuratie-instellingen hebt gewijzigd. Hiermee worden de wijzigingen in het nieuwe profiel opgeslagen.

Indien u een profiel hebt aangemaakt en dit wilt verwijderen, kunt u dit selecteren en vervolgens verwijderen door op Delete (Verwijderen) te klikken.

Indien u een nieuw profiel selecteert, dient u op Apply (Toepassen) te klikken om de instellingen toe te passen.

Indien u de configuratie-instellingen wijzigt of een nieuw profiel selecteert, dient u op Apply te klikken om de nieuwe instellingen toe te passen.

Er zijn drie gebieden op het tabblad Configuration (Configuratie) waarin u de instellingen kunt wijzigen. Deze zijn Common (Algemeen), Security (Beveiliging) en Advanced (Geavanceerd).

Algemeen

Klik op het tabblad Common (Algemeen) om een netwerk te selecteren.

Hier kunt u de netwerknaam van een gedetecteerd netwerk selecteren.

Vervolgens dient u de Operating Mode (Bedieningsmodus) te selecteren: Infrastructure (Infrastructuur) of Ad Hoc (Ad hoc)

Infrastructure: selecteer deze modus als u verbinding met een wireless router of een access point wilt maken. De modus Infrastructure verschaft bovendien aanvullende functies, zoals energiebesparing en uitgebreid bereik.

Ad Hoc: selecteer deze modus als u verbinding wilt maken met een andere draadloos apparaat zonder een access point of wireless router te gebruiken.

Bij Transmit Rate (Overdrachtsnelheid) kunt u de snelheid selecteren waarmee u verbinding met het draadloze netwerk wilt maken. Als u auto (automatisch) selecteert, maakt de draadloze PCI-adapter met de hoogst mogelijke snelheid verbinding met het geselecteerde netwerk.

Beveiliging

Klik op het tabblad Security (Beveiliging) om de beveiligingsinstellingen van de draadloze PCI-adapter te bekijken of te wijzigen.

Op deze pagina staat een knop met Turn Security On (Beveiliging inschakelen) of Turn Security Off (Beveiliging uitschakelen).

 

Bij Authentication Type (Verificatietype) kunt u WEP of WPA-PSK/WPA2-PSK selecteren.

 

WEP

WEP is een coderingsschema dat wordt gebruikt om draadloze gegevenscommunicatie te beveiligen. WEP gebruikt een combinatie van 40-/64- of 104-/128-bits sleutels die de toegang tot uw netwerk bepalen en coderingsbeveiliging om iedere gegevensoverdracht te beveiligen. Om de gegevenstransmissie te kunnen ontcijferen, dient iedere draadloze client op het netwerk een identieke 64- of 128-bits sleutel te gebruiken.

Als u WEP selecteert, dient u de Authentication Mode (Verificatiemodus) te selecteren. U kunt Open (Open) of Shared (Gedeeld) selecteren.

U kunt de Default Key (Standaardsleutel) instellen op 1, 2, 3 of 4. Als u meerdere sleutels invoert, bepaalt u zo welke moet worden gebruikt. Dit is een eenvoudige manier om tussen verschillende netwerken te wisselen die dezelfde configuratie-informatie hebben, behalve voor de WEP-sleutel.

U dient ook een Key Type (Type sleutel) te selecteren uit de volgende mogelijkheden: 40/64bit encryption, 40/64bit encryption (ASCII), 104/128bit encryption of 104/128bit encryption (ASCII). De opties waar geen ASCII bij staat, zijn hexadecimaal.

In plaats van sleutels te gebruiken, kunt u ook Use Passphrase (Sleutelcode gebruiken) selecteren en een sleutelcode invoeren die door het draadloze netwerk of apparaat en de draadloze PCI-adapter wordt gedeeld. Als u deze optie selecteert, moeten het draadloze netwerk of de draadloze apparaten waarmee u verbinding wilt maken deze optie ook ondersteunen en dezelfde sleutelcode gebruiken.

Klik op Apply (Toepassen) als u de informatie hebt ingevoerd.

 

WPA-PSK en WPA2-PSK

Als u WPA-PSK/WPA2-PSK (WPA-PSK/WPA2-PSK) selecteert, dient u vervolgens een Shared Secret Key (PSK) (Gedeelde geheime sleutel) in te voeren. De sleutel dient uit 8 tot 63 tekens te bestaan.

Het gebruik van sleutels met WPA lijkt erg op het gebruik van sleutels met WEP. Bij WPA en WPA2 wordt de sleutel maar één keer gebruikt om het proces te starten. Als er verbinding is gemaakt, wordt de sleutel willekeurig gewijzigd. Dit zorgt voor een betere beveiliging.

Opmerking: het type sleutel dat u selecteert, dient ook op het draadloze netwerk waarmee u verbinding wilt maken te zijn ingesteld. Verificatiemodi die niet overeenkomen, zorgen ervoor dat u geen verbinding kunt maken met een draadloos netwerk.

Klik op Apply (Toepassen) als u deze informatie hebt ingevoerd.

 

USRobotics beveelt aan om het veiligste mechanisme dat beschikbaar is te gebruiken voor uw draadloze PCI-adapter.

Geavanceerd

USRobotics beveelt aan deze instellingen uitsluitend op aanwijzing van een netwerkbeheerder te wijzigen.

In Advanced (Geavanceerd) kunt u de volgende velden aanpassen:

RTS Threshold is de drempel van de pakketgrootte waarop een RTS-signaal moet worden verstuurd naar de ontvangende draadloze eenheid voordat de verzendende draadloze eenheid de communicatie opent. De standaardwaarde is 2347.

Fragment Threshold bepaalt hoe groot een te verzenden fragment mag zijn voordat het in verschillende fragmenten wordt opgedeeld om de doorvoer te versnellen. De standaardwaarde is 2346.

Preamble Type bepaalt de lengte van het CRC-blok (Cyclic Redundancy Check) voor communicatie tussen de draadloze PCI-adapter en de draadloze router of het access point. Dit wordt gebruikt om problemen tijdens verzending van gegevens te detecteren. Indien uw draadloze netwerk veel verkeer te verwerken krijgt, dient u Short & Long (Kort en lang) te selecteren.

Transmit Power bepaalt het niveau van de radio-output van de draadloze PCI-adapter. Dit bepaalt de grens van het signaalbereik van de draadloze PCI-adapter. Indien u een kleiner transmissiebereik wilt bereiken voor veiligheidsdoeleinden of als u storingen wilt verminderen, dient u een lager niveau te selecteren. Indien u een groter transmissiebereik wilt bereiken, kunt u een hoger niveau selecteren.

Klik op Apply (Toepassen) als u deze instellingen hebt aangepast.