Problemen met een internetverbinding via een access point oplossen

1. Raadpleeg de standaard procedure voor het oplossen van problemen op de pagina Problemen oplossen.
2. U kunt de USRobotics Network Test (USRobotics-netwerktest) activeren vanuit de map Troubleshooting (Problemen oplossen) op de installatie-cd van USRobotics.

   Als u de USRobotics Network Test (USRobotics-netwerktest) hebt uitgevoerd, de aanwijzingen van het hulpprogramma hebt opgevolgd en nog steeds geen verbinding met het internet kunt maken, dient u handmatig de volgende procedures uit te voeren.

3. In de volgende procedures komt het oplossen van problemen met elk van de verbindingen tussen uw computer en het internet aan bod:

   1. Controleer de verbinding van de draadloze adapter met het access point. Als uw adapter niet met het access point kan communiceren, kan uw computer geen verbinding met het internet maken.
   2. Controleer de verbinding van de router met de kabel- of DSL-modem. De router dient met de modem te communiceren.
   3. Controleer de verbinding van de modem met het internet. Uw internetverbinding dient actief te zijn en naar behoren te functioneren.

De verbinding van de draadloze adapter met het access point controleren

1. Probeer de configuratie-interface van het access point te openen. Probeer als u toegang tot de configuratiepagina's hebt of u nu ook toegang tot het internet krijgt.

   • Als u verbinding met de configuratiepagina's van het access point kunt maken: het probleem zit niet in de verbinding tussen de draadloze adapter en het access point. Ga naar De verbinding van de router met de kabel- of DSL-modem controleren.

   • Als u geen verbinding met de configuratiepagina's van het access point kunt maken:
   1. Probeer een bekabelde verbinding tussen de computer en uw router tot stand te brengen.
      1. Sluit een Ethernet-kabel aan tussen de LAN-poort van de computer en een LAN-poort van de router. Controleer of het overeenkomstige LAN-lampje op de router brandt.
      2. Geef de netwerkverbinding van de bekabelde adapter vrij en vernieuw deze.
      3. Probeer de configuratiepagina's van het access point via de bekabelde verbinding te openen.
         • Als u verbinding met de configuratiepagina's van het access point kunt maken: het probleem zit in de draadloze adapter of in de verbinding tussen de draadloze adapter en het access point. Ga verder met stap B.
         • Als u geen verbinding met de configuratiepagina's van het access point kunt maken: het probleem zit in het access point. Ga naar stap E.
   2. Ga naar de statusinformatie van het access point en controleer of de draadloze adapter de juiste netwerknaam (SSID) gebruikt en of de draadloze beveiligingsinstellingen van de draadloze adapter met die van het access point overeenkomen.
   3. Zorg ervoor dat het access point zo is ingesteld dat de netwerknaam wordt uitgezonden.
   4. Controleer of het MAC-filter op het access point is ingeschakeld. Als het filter zodanig is ingesteld dat alleen bepaalde apparaten worden toegelaten, dient u het MAC-adres van de draadloze adapter aan de MAC-filterlijst van het access point toe te voegen.
   5. Koppel de computer van de router los en breng de draadloze verbinding tussen uw computer en het access point opnieuw tot stand.
2. Stel het access point opnieuw in. Volg als het access point een Reset-knop heeft de instructies voor het gebruik van de knop bij het access point op om het access point opnieuw in stellen. Als dit niet het geval is, dient u het access point opnieuw op te starten door de stekker uit het stopcontact te halen en er weer in te steken.
   1. Wacht tot de juiste lampjes op het access point gaan branden.
   2. Geef de netwerkverbinding van de adapter vrij en vernieuw deze.
3. Probeer nogmaals om de configuratiepagina's van het access point te openen. Probeer als u toegang tot de configuratiepagina's van het access point hebt of u nu ook toegang tot het internet krijgt.
   • Als u wel verbinding met de configuratiepagina's kunt maken, maar niet met het internet: het probleem zit niet in de verbinding met het access point. Ga naar De verbinding van de router met de kabel- of DSL-modem controleren.
   • Als u geen verbinding met de configuratiepagina's kunt maken: herstel de fabrieksinstellingen van het access point.

     Opmerking: als u de fabrieksinstellingen herstelt, gaan alle momenteel geldende instellingen van het access point verloren en dient u de installatie van uw access point opnieuw uit te voeren.

4. Stel de netwerknaam (SSID) en de beveiliginginstellingen van de draadloze adapter zodanig in dat deze met de fabrieksinstellingen van het access point overeenkomen.
5. Probeer nogmaals om de configuratiepagina's van het access point te openen. Probeer als u toegang tot de configuratiepagina's van het access point hebt of u nu ook toegang tot het internet krijgt.
   • Als u verbinding met de configuratiepagina's kunt maken, maar niet met het internet: het probleem zit niet in de verbinding met het access point. Ga naar De verbinding van de router met de kabel- of DSL-modem controleren.
   • Als u geen verbinding met de configuratiepagina's kunt maken: neem contact op met de klantenservice van de fabrikant van het access point.

De verbinding van de router met de kabel- of DSL-modem controleren

1. Controleer de netvoedings- en statuslampjes van uw kabel-/DSL-modem om na te gaan of de modem is ingeschakeld en met het internet is verbonden. (Raadpleeg de documentatie bij uw modem voor informatie over de lampjes van de modem.)
2. Zoek in de configuratiepagina's van de router naar de WAN-statusinformatie en controleer of de router een IP-adres heeft (bijvoorbeeld 235.42.181.5). Dit IP-adres geeft aan of de router met de kabel-/DSL-modem communiceert.
   • Als de router over een IP-adres beschikt: ga naar De verbinding van de modem met het internet controleren.
   • Als de router niet over een IP-adres beschikt:
     1. Start de router opnieuw op.
     2. Vernieuw de WAN-statusinformatie in de configuratiepagina's van de router en controleer of de router een IP-adres heeft.
     3. Controleer als er nog steeds geen IP-adres wordt weergegeven de informatie over de internetverbinding van de router. Als u een DSL-modem gebruikt, dient u mogelijk de aanmeldingsgegevens in te voeren die uw ISP u heeft gegeven.

        Opmerking: als het WAN-protocol van uw ISP statisch is, dient u te controleren of het WAN IP-adres van de router het IP-adres is dat u van uw ISP hebt gekregen en of dit IP-adres zich in hetzelfde subnet bevindt als het apparaat dat op de WAN-poort van de router is aangesloten.

     4. Vernieuw de pagina Status (Status) en controleer of de router een IP-adres heeft.
     5. Als de router geen WAN IP-adres kan verkrijgen, is er waarschijnlijk een probleem met de kabel-/DSL-modem of bij uw ISP. Ga naar De verbinding van de modem met het internet controleren.

De verbinding van de modem met het internet controleren

1. Controleer de lampjes op de kabel- of DSL-modem om te bepalen of de kabel- of DSL-modem met het internet is verbonden. Raadpleeg de documentatie bij de modem voor meer informatie over de lampjes.
2. Controleer of uw kabel-/DSL-modem op een stopcontact is aangesloten.
3. Start uw kabel- of DSL-modem opnieuw op. Raadpleeg de documentatie bij uw modem voor meer informatie over hoe u de modem opnieuw opstart.
4. Wacht totdat de juiste lampjes op de modem gaan branden en herstel vervolgens de fabrieksinstellingen van de router. Volg als de router een Reset-knop heeft de instructies voor het gebruik van de knop bij de router op om de router opnieuw in stellen. Als dit niet het geval is, dient u de router opnieuw op te starten door de stekker uit het stopcontact te halen en er weer in te steken.
5. Start de computer opnieuw op.
6. Probeer als de juiste lampjes op de router en de DSL- of kabelmodem branden opnieuw toegang tot het internet te krijgen.

   Als u nog steeds geen toegang tot het internet krijgt: het probleem ligt aan de kabel- of DSL-modem of bij uw ISP. Neem contact op met de klantenservice van uw ISP om na te gaan of er een probleem met de modem of de internetverbinding is.

Terug naar de pagina Problemen oplossen