De LAN-instellingen configureren

Klik in de webinterface op het tabblad LAN (LAN). In dit gedeelte kunt u de LAN-instellingen (Local Area Network) van de Wireless MAXg Bridge wijzigen. Deze instellingen zijn alleen van toepassing op uw lokale netwerk.

IP Address (IP-adres)

In dit gedeelte kunt u de instelling voor IP address bekijken en wijzigen in Dynamic (Dynamisch) of Static (Statisch). Als u Dynamic kiest, hoeft u geen informatie op te geven.

Als u Static kiest, moet u het IP-adres, het subnetmasker, de gateway en de DNS-server opgeven. Het IP-adres is het netwerkadres van de Wireless MAXg Bridge en is het adres dat u opgeeft in een webbrowser om toegang te krijgen tot de webinterface van de Bridge. Het subnetmasker geeft het IP-adresbereik van uw lokale netwerk aan voor uw Bridge. U hoeft deze instellingen alleen te wijzigen als u een ander netwerkapparaat hebt aangesloten dat conflicten met de Wireless MAXg Bridge veroorzaakt. Het nieuwe IP-adres dient binnen hetzelfde subnet te vallen als het bestaande netwerkapparaat.

Als u het IP-adres van de Bridge wijzigt, moet u het nieuwe IP-adres invoeren op de adresregel van uw webbrowser om de webinterface te openen.

802.1d

U kunt deze functie in- of uitschakelen door het selectievakje naast 802.1d spanning tree protocol in of uit te schakelen. Spanning tree protocol is een protocol voor verbindingsbeheer dat redundante paden biedt en ongewenste lussen voorkomt als er meerdere Bridges worden gebruikt in het netwerk. Er kan slechts één actief pad bestaan tussen een client en de Bridge. Als er lussen zijn, kunnen berichten van een client afzonderlijk worden verzonden wat tot fouten kan leiden waardoor de Bridge bijvoorbeeld meerdere malen kan reageren op de client of gegevens meerdere malen kan doorsturen. Deze optie is standaard niet ingeschakeld. Alleen beschikbaar in de modus Bridge (Brug).