Opmerking: voor de eerste configuratie dient de Wireless USB Print Server via een Ethernet-kabel op het netwerk te worden aangesloten. Na de eerste configuratie kunt u een draadloze verbinding met het netwerk tot stand brengen.
Schakel de printer in.
Sluit één uiteinde van de USB-kabel aan op de USB-poort op de printer en het andere uiteinde op de USB-poort op de printserver.
Sluit één uiteinde van de Ethernet-kabel aan op de draadloze of bekabelde router en het andere uiteinde op de LAN-poort op de printserver.
Sluit de standaardstekker voor uw land op de netvoedingsadapter aan. Oefen genoeg kracht uit om ervoor te zorgen dat de stekker stevig vastklikt. Wanneer u deze stekker aansluit, mag de netvoedingsadapter niet zijn aangesloten.
Noord-Amerika
Groot-Brittannië
Europa
Sluit de meegeleverde netvoedingsadapter op de POWER-poort op de Wireless USB Print Server aan en sluit de stekker van de netvoedingsadapter op een gewoon stopcontact aan.
Stap twee: de Wireless USB Print Server configureren
Controleer of u als beheerder op de computer bent aangemeld. U dient als beheerder te zijn aangemeld om ervoor te zorgen dat de software correct wordt geïnstalleerd.
Plaats de installatie-cd van U.S. Robotics in het cd-rom-station.
Klik op Setup Wizard (Installatiewizard) en klik vervolgens op Next (Volgende).
De Wireless USB Print Server wordt vervolgens in de lijst weergegeven. Selecteer de printserver in de lijst en klik op Next (Volgende). Als deze niet in de lijst wordt weergegeven, dient u de fysieke aansluitingen te controleren. Klik vervolgens op Refresh (Vernieuwen).
U kunt indien gewenst de Device Name (Apparaatnaam) veranderen en een Domain Name (Domeinnaam) invoeren. Klik op Next (Volgende) als u klaar bent.
Selecteer als u de Wireless USB Print Server op een netwerkapparaat met DHCP-mogelijkheden hebt aangesloten Obtain IP Address automatically (Automatisch IP-adres verkrijgen). Selecteer als uw netwerk geen DHCP-mogelijkheden heeft Fixed IP Address (Vast IP-adres). Klik op Next (Volgende) als u klaar bent.
Vervolgens kunt u Region or Domain (Gebied of domein) selecteren om aan te geven waar u de Wireless USB Print Server gaat gebruiken.
U kunt bij Network Type (Netwerktype) Infrastructure (Infrastructuur) of Ad Hoc (Ad hoc). Dit is afhankelijk van of u wel/niet een draadloze router of draadloos access point in uw draadloze netwerk gebruikt.
Opmerking: de Wireless USB Print Server is aanvankelijk op de modus Infrastructure (Infrastructuur) ingesteld. Deze wordt gebruikt om verbinding met een draadloze router of draadloos access point te maken. Als u verbinding met andere draadloze clients wilt maken zonder een draadloze router of access point te gebruiken, dient u bji Network Type (Netwerktype) Ad Hoc (Ad hoc) te selecteren.
In het veld SSID (Netwerknaam) dient u de SSID in te voeren van de draadloze router of het access point waarop de draadloze printserver wordt aangesloten. Als u Ad Hoc (Ad hoc) als netwerktype hebt geselecteerd, kunt u bij Channel (Kanaal) een specifiek kanaal selecteren waarop u gaat verzenden. Als u Infrastructure (Infrastructuur) hebt geselecteerd, is Auto (Autom.) de enige kanaaloptie. Voor Security (Beveiliging) kunt u Disable (Uitschakelen), WEP of WPA-PSK selecteren, afhankelijk van de manier waarop uw netwerk is geïnstalleerd.
Opmerking: WEP en WPA-PSK zijn de enige vormen van beveiliging die door de printerserver worden ondersteund. Het kan zijn dat u de veiligheidsinstellingen van uw draadloze netwerk hieraan moet aanpassen.
Als u WEP selecteert, dient u Open System (Open systeem) of Shared Key (Gedeelde sleutel) te kiezen bij Authentication (Verificatie) en op Next (Volgende) te klikken.
Vervolgens selecteert u 64 bit Hex, 64 bits ASCII, 12 bits Hex of 128 bits ASCII als WEP Key Length (Lengte WEP-sleutel). Klik op Next (Volgende).
Voer bij Key (Sleutel) de sleutel in en selecteer de Default Key (Standaard sleutel). Klik op Next (Volgende) als u klaar bent.
Hex
ASCII
64-bits
10 tekens
5 tekens
128-bits
26 tekens
13 tekens
WEP Key (WEP-sleutel): 64 bits (ASCII):
WEP Key (WEP-sleutel): 64 bits (Hex):
WEP Key (WEP-sleutel): 128 bits (ASCII):
WEP Key (WEP-sleutel): 128 bits (Hex):
Als u WPA-PSK selecteert, dient u de WPA Key (WPA-sleutel) in het volgende venster in te voeren. Deze sleutel moet overeenkomen met wat u al in uw draadloze netwerk hebt.
Na het selecteren van het type Security (Beveiliging) en het invoeren van eventueel benodigde informatie, is de eerste configuratie voltooid en dient u op Finish (Voltooien) te klikken.
Vervolgens dient u de Peer-to-Peer (PTP)-software te installeren. Klik op Yes (Ja) en volg de aanwijzingen op het scherm op.
Controleer als dit is gebeurd of het selectievakje Configure Print Driver now (Printerstuurprogramma nu configureren) is aangevinkt en klik op Finish (Voltooien).
Klik op OK in het scherm Information (Informatie) dat nu verschijnt. Het kan nodig zijn om het scherm Print Server Utility (Printserverhulpprogramma) te verkleinen om het scherm Information (Informatie) te kunnen zien.
Selecteer de poort in Printer Port Setup (Printerpoort-setup) en klik op Next (Volgende).
Klik als de printer niet wordt weergegeven op Refresh (Vernieuwen) totdat de poortnaam verschijnt.
Klik op OK in het bericht dat verschijnt.
Selecteer de printer in de lijst Existing Printers (Bestaande printers).
Als de printer niet wordt weergegeven, dient u op Add New Printer (Nieuwe printer toevoegen) te klikken en de aanwijzingen op het scherm op te volgen.
Klik op Connect (Verbinden).
Klik op Refresh (Vernieuwen) als er geen sterretje naast de poortnaam in het venster Printer Port Setup (Printerpoort-setup) staat. Raadpleeg als de printer nog steeds niet wordt weergegeven het gedeelte Problemen oplossen.
Klik op Close (Sluiten).
Stap drie: een testpagina afdrukken
Gebruikers van Windows XP, 2000 of NT:
Klik in Windows op Start > Printers en faxapparaten.
Gebruikers van Windows Me, 98 en 95:
Klik in Windows op Start > Instellingen > Configuratiescherm.
Klik in het configuratiescherm op Printers en faxapparaten.
Klik met de rechtermuisknop op de printer die u zojuist hebt geïnstalleerd en selecteer Eigenschappen.
Klik op Testpagina afdrukken. De printer dient met succes een testpagina af te drukken.
Stap vier: de printserver instellen voor draadloze toegang
U hebt nu toegang tot de draadloze functies van de Wireless USB Print Server.
Koppel de Ethernet-kabel en de netvoedingsadapter van de Wireless USB Print Server los.
Sluit de netvoedingsadapter opnieuw aan om de printserver opnieuw op te starten. De printserver moet nu een draadloze verbinding met de draadloze router of het access point tot stand kunnen brengen.
Herhaal de aanwijzingen vanaf stap drie: een testpagina afdrukken. Als u kunt afdrukken, functioneert uw draadloze verbinding. Als u de testpagina niet kunt afdrukken, is er een probleem met uw draadloze verbinding. Raadpleeg Problemen oplossen.
Stap vijf: clients op de Wireless USB Print Server aansluiten