Unix

Overzicht

De Wireless USB Print Server ondersteunt de LPD Unix-afdrukmethode die door alle veelgebruikte Unix-systemen wordt ondersteund.

U dient zowel de Wireless USB Print Server als uw Unix-systeem te configureren zoals beschreven in de volgende gedeeltes.

Het IP-adres van de Wireless USB Print Server configureren

Omdat de Wireless USB Print Server dynamische IP-adrestoewijzing met gebruik van DHCP of BOOTP ondersteunt, is het IP-adres van de Wireless USB Print Server 0.0.0.0. Dit is geen geldig IP-adres. Daarom dient u een van de volgende dingen te doen:

U dient dit IP-adres via uw webbrowser aan de Wireless USB Print Server toe te wijzen. Open de webinterface en ga naar het gedeelte TCP/IP. Selecteer Fixed IP Address (Vast IP-adres) en voer de juiste informatie in.

Opmerking: het hardware-adres van de Wireless USB Print Server staat op een sticker aan de onderzijde van het apparaat.

 

De overige instellingen van Wireless USB Print Server configureren

We raden u aan de Wireless USB Print Server via de webinterface te configureren.

 

LPD-configuratie

De configuratie voor LPD op IBM AIX 4.15, LPD op System V, LPD op Linux en LPD op BSD wordt hieronder beschreven.

LPD op IBM AIX 4.15

Voordat u verder gaat, dient u te controleren of er een IP-adres aan de Wireless USB Print Server is toegewezen. Om uw AIX-systeem voor afdrukken via LPD te configureren, dient u de volgende stappen uit te voeren.

  1. Voeg de Wireless USB Print Server aan /etc/hosts.lpd toe met de naam die u aan de Wireless USB Print Server hebt toegewezen.
  2. Start de LPD daemon als deze nog niet is gestart met de volgende opdracht: start src -s qdaemon
  3. Start de systeembeheertool smit en selecteer Print Spooling (Print spooling).
  4. Maak het vereiste aantal wachtrijen aan (één per logische printer) door het volgende te selecteren:

    Add a Print Queue (Afdrukwachtrij toevoegen)

    Remote (Printer attached to Remote Host) (Extern (printer gekoppeld aan externe host))

    Standard Processing (Standaardverwerking)
  5. Gebruik de volgende informatie:

    Name of queue to add (Naam van toe te voegen wachtrij): gebruik als de naam van de wachtrij een enkel woord waaruit blijkt welke printer eraan is verbonden.

    Hostname for remote server (Hostnaam voor externe server): de naam van de draadloze USB Print Server zoals in /etc/hosts.lpd.

    Name of queue on remote server (Naam van wachtrij op externe server): het logische printernummer (bv. L1) om deze rij te verwerken.

    Type of print spooler on remote server (Type afdrukwachtrij op externe server): gebruik de standaardwaarde (AIX-versie xxx).
  6. Controleer of de logische printers in de Wireless USB Print Server zijn geconfigureerd.
  7. Gebruik de volgende opdracht om af te drukken: lp -d printer_queue file_name

    Waarbij:
    printer_queue een van de vermeldingen in Name of queue to add (Naam van toe te voegen wachtrij) is.
    file_name het bestand is dat u wilt afdrukken.

 

LPD op System V

Controleer of er een IP-adres aan de Wireless USB Print Server voordat is toegewezen u met de LPD-setup begint. Houd met de volgende punten rekening:

 

Opdrachten

In de voorbeeldopdrachten is printer_name de naam van de afdrukwachtrij die door de Wireless USB Print Server wordt verwerkt en Spooler_directory de naam van de map die wordt gebruikt om de afdruktaken te verwerken.

 

Externe printers toevoegen

U kunt een externe printer toevoegen door de volgende regel aan het bestand /etc/printcap toe te voegen.

Opmerking: de invoer is eigenlijk één regel, maar kan als volgt worden ingevoerd. Gebruik waar aangegeven een TAB-teken.

Printer_name|Remote_Printer_Alias:\
[Tab] :lp=:\
[Tab] :rm=PS_NAME:\
[Tab] :rp=Logical_Printer_name:\
[Tab] :sd=Spooler_directory:\
[Tab] :mx#0:

Voorbeeld:

Marketing|RP1_PS123456:\
[Tab] :lp=:\
[Tab] :rm=PS_Rm203:\
[Tab] :rp=L1:\
[Tab] :sd=/usr/spool/Marketing:\
[Tab] :mx#0:

Herhaal deze procedure voor alle combinaties van logische printer en afdrukwachtrij die u wilt aanmaken.

 

LPD op Linux

Als u de opdrachtregel gebruikt, is de procedure dezelfde als voor System V (hierboven).

Op recent uitgebrachte versies van Linux kunt u de grafische X-windowsinterface gebruiken in plaats van de opdrachtregel. De procedure wordt hieronder beschreven, maar kan afhankelijk van uw versie van Linux variëren.

  1. Start uw X-windows-shell.
  2. Selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en vervolgens Printer Configuration (Printerconfiguratie).
  3. Selecteer Add (Toevoegen). Selecteer het printertype Remote Unix (lpd) Queue (Externe Unix-wachtrij (lpd)).
  4. Gebruik de volgende gegevens om het resulterende venster in te vullen:

    Name (Naam): voer een naam voor deze printer in

    Spool Directory (Spoolmap): /var/spool/lpd/name_of_printer

    File Limit (Bestandslimiet): 0 (geen limiet)

    Remote Host (Externe host): naam of IP-adres van de Wireless USB Print Server, bv. SC3000014

    Opmerking: er dient een hostbestand te worden ingevoerd om de naam in plaats van het IP-adres te gebruiken

    Remote Queue (Externe wachtrij): Ln
    Waarbij n het logische printernummer is. Als de printserver twee poorten heeft, is de standaardinstelling L1 voor poort 1 en L2 voor poort 2.

  5. Sla deze gegevens op en sluit de printerconfiguratie af. De configuratie is nu voltooid en de printer is klaar voor gebruik.

LPD op BSD

Voordat u verder gaat, dient u te controleren of er een IP-adres aan de Wireless USB Print Server is toegewezen. Onthoud het volgende:

 

Opdrachten

In de voorbeeldopdracht is printer_name de afdrukwachtrij die door de logische printer op de Wireless USB Print Server wordt verwerkt en Spooler_dir de naam van de map die wordt gebruikt om de afdruktaken te verwerken.

Externe printers toevoegen

U kunt een externe printer toevoegen door de volgende regel aan het bestand /etc/printcap toe te voegen.

Opmerking: de invoer is eigenlijk één regel, maar kan als volgt worden ingevoerd. Gebruik waar aangegeven een TAB-teken.

Printer_name|Remote_Printer_Alias:\
[Tab] :lp=:\
[Tab] :rm=PS_NAME:\
[Tab] :rp=Logical_Printer_name:\
[Tab] :sd=Spooler_directory:\
[Tab] :mx#0:

Waarbij:

Printer_name de naam van de afdrukwachtrij is die wordt gebruikt om opdrachten voor de corresponderende logische printer op te slaan.
PS_NAME de naam van de Wireless USB Print Server is zoals gedefinieerd in /etc/hosts.
Logical_Printer_name de logische printernaam op de Wireless USB Print Server (bv. L1) is.
Spooler_directory de map is die u hebt aangemaakt.

Voorbeeld:

Marketing|RP1_PS123456:\
[Tab] :lp=:\
[Tab] :rm=PS_Rm203:\
[Tab] :rp=L1:\
[Tab] :sd=/usr/spool/Marketing:\
[Tab] :mx#0:

Herhaal deze procedure voor alle combinaties van logische printer en afdrukwachtrij die u wilt aanmaken.

Afdrukken met LPD

Raadpleeg voor instructies over afdrukken via LPD uw UNIX-handleiding.

Het volgende voorbeeld geldt voor een BSD-systeem: lpr  -P printer_name filename

Waarbij:
printer_name de naam van de afdrukrij op de Unix-host is.
filename de naam van het bestand is dat u wilt afdrukken.

Voorbeeld: lpr  -P Marketing  /etc/hosts.

In het bovenstaande voorbeeld wordt het /etc/hosts-bestand naar de afdrukwachtrij Marketing gestuurd. Het wordt vervolgens naar de logische printer gestuurd die aan deze wachtrij is gekoppeld.