De Wireless USB Print Server ondersteunt de LPD Unix-afdrukmethode die door alle veelgebruikte Unix-systemen wordt ondersteund.
U dient zowel de Wireless USB Print Server als uw Unix-systeem te configureren zoals beschreven in de volgende gedeeltes.
Het IP-adres van de Wireless USB Print Server configureren
Omdat de Wireless USB Print Server dynamische IP-adrestoewijzing met gebruik van DHCP of BOOTP ondersteunt, is het IP-adres van de Wireless USB Print Server 0.0.0.0. Dit is geen geldig IP-adres. Daarom dient u een van de volgende dingen te doen:
Controleer op uw DHCP-server (indien beschikbaar) wat het IP-adres is dat aan de Wireless USB Print Server is toegewezen.
Configureer uw BOOTP-server (indien beschikbaar) om een IP-adres aan de Wireless USB Print Server toe te wijzen. Start de Wireless USB Print Server vervolgens opnieuw op.
Gebruik een Windows-platform om de Setup Wizard (Installatiewizard) of de BiAdmin Utility (Bi-Admin Utility) uit te voeren en een geldig IP-adres aan de Wireless USB Print Server toe te wijzen.
Voeg een item toe aan de arp-tabel om het hardware-adres van de Wireless USB Print Server aan het juiste IP-adres te koppelen. Dit doet u als volgt:
arp -s IP_Address00:c0:02:xx:xx:xx
Waarbij: IP_Address het IP-adres is dat u aan de Wireless USB Print Server wilt toewijzen. 00:c0:02:xx:xx:xx het hardware-adres van de Wireless USB Print Server is.
Voorbeeld: arp -s 192.168.0.21 00:c0:02:12:34:56
U dient dit IP-adres via uw webbrowser aan de Wireless USB Print Server toe te wijzen. Open de webinterface en ga naar het gedeelte TCP/IP. Selecteer Fixed IP Address (Vast IP-adres) en voer de juiste informatie in.
Opmerking: het hardware-adres van de Wireless USB Print Server staat op een sticker aan de onderzijde van het apparaat.
De overige instellingen van Wireless USB Print Server configureren
We raden u aan de Wireless USB Print Server via de webinterface te configureren.
Controleer of de TCP/IP-instellingen voor uw netwerk kloppen.
De logische printers (bijvoorbeeld L1) moeten overeenkomstig uw systeem worden geconfigureerd.
Voordat u verder gaat, dient u te controleren of er een IP-adres aan de Wireless USB Print Server is toegewezen. Om uw AIX-systeem voor afdrukken via LPD te configureren, dient u de volgende stappen uit te voeren.
Voeg de Wireless USB Print Server aan /etc/hosts.lpd toe met de naam die u aan de Wireless USB Print Server hebt toegewezen.
Start de LPD daemon als deze nog niet is gestart met de volgende opdracht:
start src -s qdaemon
Start de systeembeheertool smit en selecteer Print Spooling (Print spooling).
Maak het vereiste aantal wachtrijen aan (één per logische printer) door het volgende te selecteren:
Add a Print Queue (Afdrukwachtrij toevoegen)
Remote (Printer attached to Remote Host) (Extern (printer gekoppeld aan externe host))
Standard Processing (Standaardverwerking)
Gebruik de volgende informatie:
Name of queue to add (Naam van toe te voegen wachtrij): gebruik als de naam van de wachtrij een enkel woord waaruit blijkt welke printer eraan is verbonden.
Hostname for remote server (Hostnaam voor externe server): de naam van de draadloze USB Print Server zoals in /etc/hosts.lpd.
Name of queue on remote server (Naam van wachtrij op externe server): het logische printernummer (bv. L1) om deze rij te verwerken.
Type of print spooler on remote server (Type afdrukwachtrij op externe server): gebruik de standaardwaarde (AIX-versie xxx).
Controleer of de logische printers in de Wireless USB Print Server zijn geconfigureerd.
Gebruik de volgende opdracht om af te drukken:
lp -d printer_queuefile_name
Waarbij: printer_queue een van de vermeldingen in Name of queue to add (Naam van toe te voegen wachtrij) is. file_name het bestand is dat u wilt afdrukken.
LPD op System V
Controleer of er een IP-adres aan de Wireless USB Print Server voordat is toegewezen u met de LPD-setup begint. Houd met de volgende punten rekening:
De remote host name (externe hostnaam) is de naam van de Wireless USB Print Server.
De remote printer name (externe printernaam) is de naam van de afdrukwachtrij voor de logische printer.
Logische printers dienen op de Wireless USB Print Server zelf te worden geconfigureerd.
Als UNIX naar het type LPD vraagt, dient u het servicetype als BSD te identificeren.
Het LPD-protocol van de Wireless USB Print Server voldoet aan de BSD-systeemnormen.
Opdrachten
In de voorbeeldopdrachten is printer_name de naam van de afdrukwachtrij die door de Wireless USB Print Server wordt verwerkt en Spooler_directory de naam van de map die wordt gebruikt om de afdruktaken te verwerken.
Afdrukken stoppen: /usr/lib/lpshut
Een systeemprinter toevoegen: /usr/lib/lpadmin -p printer_name -v /dev/null
Het afdrukken opnieuw starten: /usr/lib/lpsched
Afdrukken naar de nieuwe printer inschakelen: enable printer_name
Afdruktaken voor de nieuwe printer accepteren: accept printer_name
Een spoolmap aanmaken: mkdir /usr/spool/Spooler_directory
De spooling deamon de eigenaar van deze map maken: chown daemon /usr/spool/Spooler_directory
Herhaal deze procedure voor alle combinaties van logische printer en afdrukwachtrij die u wilt aanmaken.
LPD op Linux
Als u de opdrachtregel gebruikt, is de procedure dezelfde als voor System V (hierboven).
Op recent uitgebrachte versies van Linux kunt u de grafische X-windowsinterface gebruiken in plaats van de opdrachtregel. De procedure wordt hieronder beschreven, maar kan afhankelijk van uw versie van Linux variëren.
Start uw X-windows-shell.
Selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en vervolgens Printer Configuration (Printerconfiguratie).
Remote Host (Externe host): naam of IP-adres van de Wireless USB Print Server, bv. SC3000014
Opmerking: er dient een hostbestand te worden ingevoerd om de naam in plaats van het IP-adres te gebruiken
Remote Queue (Externe wachtrij): Ln Waarbij n het logische printernummer is. Als de printserver twee poorten heeft, is de standaardinstelling L1 voor poort 1 en L2 voor poort 2.
Sla deze gegevens op en sluit de printerconfiguratie af. De configuratie is nu voltooid en de printer is klaar voor gebruik.
LPD op BSD
Voordat u verder gaat, dient u te controleren of er een IP-adres aan de Wireless USB Print Server is toegewezen. Onthoud het volgende:
De remote host name (externe hostnaam) is de naam van de Wireless USB Print Server.
De remote printer name (externe printernaam) is de logische printer (bijvoorbeeld L1) op de Wireless USB Print Server.
Als u om het LPD-type wordt gevraagd, dient u het servicetype BSD in te voeren.
Opdrachten
In de voorbeeldopdracht is printer_name de afdrukwachtrij die door de logische printer op de Wireless USB Print Server wordt verwerkt en Spooler_dir de naam van de map die wordt gebruikt om de afdruktaken te verwerken.
Een spoolmap aanmaken: mkdir /usr/spool/Spooler_dir
De spooling daemon als eigenaar van deze map instellen: chown daemon /usr/spool/Spooler_dir
Machtigingen voor lezen/schrijven aanmaken: chmod 775 /usr/spool/Spooler_dir
Machtigingen voor LPD-processen geven: chgrp daemon /usr/spool/Spooler_dir
Printer_name de naam van de afdrukwachtrij is die wordt gebruikt om opdrachten voor de corresponderende logische printer op te slaan. PS_NAME de naam van de Wireless USB Print Server is zoals gedefinieerd in /etc/hosts. Logical_Printer_name de logische printernaam op de Wireless USB Print Server (bv. L1) is. Spooler_directory de map is die u hebt aangemaakt.
Herhaal deze procedure voor alle combinaties van logische printer en afdrukwachtrij die u wilt aanmaken.
Afdrukken met LPD
Raadpleeg voor instructies over afdrukken via LPD uw UNIX-handleiding.
Het volgende voorbeeld geldt voor een BSD-systeem: lpr -P printer_name filename
Waarbij: printer_name de naam van de afdrukrij op de Unix-host is. filename de naam van het bestand is dat u wilt afdrukken.
Voorbeeld: lpr -P Marketing /etc/hosts.
In het bovenstaande voorbeeld wordt het /etc/hosts-bestand naar de afdrukwachtrij Marketing gestuurd. Het wordt vervolgens naar de logische printer gestuurd die aan deze wachtrij is gekoppeld.