Met RIP (Routing Information Protocol) worden met regelmatige tussenpozen en als de netwerktopologie wordt gewijzigd berichten met routing-updates verzonden. Als een router een routing-update ontvangt met wijzigingen in een vermelding, wordt de routingtabel bijgewerkt met de nieuwe route. RIP-routers houden alleen de beste route naar een bestemming bij. Na het bijwerken van de routingtabel verzendt de router onmiddellijk routing-updates naar andere netwerkrouters om die van de wijziging op de hoogte te stellen.
Disable (Uitschakelen): RIP uitgeschakeld op deze interface.
Enable (Inschakelen): RIP ingeschakeld op deze interface.
Silent (Stil): luistert naar routeberichten en werkt de routetabel bij. Verzendt geen routeberichten.
None (Geen): geen verificatie.
Password (Wachtwoord): er wordt een wachtwoordverificatiesleutel in het pakket opgenomen. Als de sleutel niet overeenkomt met wat wordt verwacht, wordt het pakket weggegooid. Deze methode is niet erg veilig, aangezien het mogelijk is de verificatiesleutel te achterhalen door RIP-pakketten in de gaten te houden.