Als u tijdens de ping-procedure geen antwoordbericht over een geslaagde ping ontvangt, is het adres dat u pingt niet beschikbaar. Controleer het adres in de webinterface en breng de nodige correcties aan. Ga na het aanbrengen van de nodige correcties verder met de ping-procedure.
127.0.0.1 is het adres van de lokale host en door te pingen controleert u of het TCP/IP-protocol is geïnstalleerd en naar behoren werkt. Als u deze ping niet kunt voltooien, kunt u uw TCP/IP-protocol opnieuw configureren of de documentatie bij uw besturingssysteem raadplegen voor meer informatie.
Met deze opdracht controleert u of uw pc op verzoeken reageert. Als u deze ping niet kunt voltooien, dient u te controleren of alle kabels juist zijn aangesloten.
Het standaard gateway-adres is 192.168.2.1. Met deze opdracht controleert u of u verbinding kunt maken met andere apparaten en met de Wireless Router. Als u verbinding kunt maken met de router, kunt u naar de webinterface gaan en de instellingen configureren. Als u deze ping niet kunt voltooien, dient u te controleren of de voedingskabel van de router is aangesloten en of de router juist is aangesloten op uw computer.
Met deze opdracht controleert u of uw router naar behoren werkt en verkeer doorlaat.
Met deze opdracht kunt u geldige internet-hostnamen omzetten in IP-adressen en controleren of u toegang hebt tot het internet.