Als u een gameconsole, bijvoorbeeld een Microsoft Xbox® of een Sony PlayStation2™, op de router wilt aansluiten, dient u bepaalde poorten te openen zodat de console met het internet kan communiceren. Dit doet u via de functie Port Triggering (Poort-triggering) op de pagina Firewall (Firewall).
In de router is een standaard regel voor poort-triggering ingesteld die u kunt gebruiken als u een Sony Playstation2™ die toegang tot het internet moet hebben op de router wilt aansluiten. Schakel de regel in door het vakje On (Aan) naast de regel aan te vinken. Op deze pagina wordt ook uitgelegd hoe u uw eigen poort-triggeringregels voor PlayStation2™ kunt aanmaken.
Opmerking: het openen van poorten op de router kan beveiligingsrisico's veroorzaken. Met name het openen van UPnP-poort 3389 voor Terminal Services in Windows XP kan hackers op het internet de mogelijkheid geven om de besturing van uw computer over te nemen als Windows XP niet over de nieuwste beveiligingsupdates van Microsoft beschikt. Als u poorten op de router opent, dient u ervoor te zorgen dat u draadloze beveiliging op de router hebt toegepast. Ook is het verstandig de apparaten die verbinding met de router mogen maken te beperken. Dit maakt het draadloze netwerk veiliger.
In het onderstaande voorbeeld wordt uitgelegd hoe u de router dient te configureren als u een Xbox® wilt aansluiten. Ga naar www.iana.org voor een volledige lijst met toepassingen en voor informatie over poorten.
In het onderstaande voorbeeld wordt uitgelegd hoe u regels aanmaakt voor een Xbox waarvoor TCP-poort 3047 en de UDP-poorten 88 en 3047 op de router moeten worden geopend. Als u soortgelijke regels wilt aanmaken, dient u te weten welke TCP- en UDP-poorten moeten worden geopend opdat het apparaat via het internet kan communiceren.
Start een webbrowser. Open de configuratiepagina's door 192.168.2.1 op de locatie- of adresregel van uw webbrowser in te voeren en u aan te melden met de gebruikersnaam en het wachtwoord die u eerder hebt ingesteld.
Klik op het tabblad Firewall (Firewall).
Blader omlaag naar het gedeelte Port Triggering (Poort-triggering).
Selecteer TCP (TCP) bij Outbound protocol (Uitgaand protocol).
Voer bij Outbound port range (Uitgaand poortbereik) in beide vakken 3074 in.
Selecteer TCP (TCP) bij Inbound protocol (Ingaand protocol).
Voer bij Inbound port range (Ingaand poortbereik) in beide vakken 3074 in.
Voer bij Destination port range (Doelpoortbereik) in beide vakken 3074 in.
Klik op Add (Toevoegen).
Op de pagina dienen nu de regels voor TCP-poort 3074 te worden weergegeven.
Selecteer vervolgens UDP (UDP) bij Outbound protocol (Uitgaand protocol).
Voer bij Outbound port range (Uitgaand poortbereik) in beide vakken 88 in.
Selecteer UDP (UDP) bij Inbound protocol (Ingaand protocol).
Voer bij Inbound port range (Ingaand poortbereik) in beide vakken 88 in.
Voer bij Destination port range (Doelpoortbereik) in beide vakken 88 in.
Klik op Add (Toevoegen).
Op de pagina dienen nu de regels voor UDP-poort 88 te worden weergegeven.
Selecteer UDP (UDP) bij Outbound protocol (Uitgaand protocol).
Voer bij Outbound port range (Uitgaand poortbereik) in beide vakken 3074 in.
Selecteer UDP (UDP) bij Inbound protocol (Ingaand protocol).
Voer bij Inbound port range (Ingaand poortbereik) in beide vakken 3074 in.
Voer bij Destination port range (Doelpoortbereik) in beide vakken 3074 in.
Klik op Add (Toevoegen).
Op de pagina dienen nu de regels voor UDP-poort 3074 te worden weergegeven.
Klik op Save (Opslaan) onderaan de pagina wanneer u klaar bent.
De router heeft een standaard regel voor het inschakelen van poort-triggering voor een PlayStation2™. U kunt echter ook als volgt zelf een regel aanmaken.
Start een webbrowser. Open de configuratiepagina's door 192.168.2.1 op de locatie- of adresregel van uw webbrowser in te voeren en u aan te melden met de gebruikersnaam en het wachtwoord die u eerder hebt ingesteld.
Klik op het tabblad Firewall (Firewall).
Blader omlaag naar het gedeelte Port Triggering (Poort-triggering).
Selecteer TCP (TCP) bij Outbound protocol (Uitgaand protocol).
Voer bij Outbound port range (Uitgaand poortbereik) 10070 in het eerste vak en 10080 in het tweede vak in.
Selecteer TCP (TCP) bij Inbound protocol (Ingaand protocol).
Voer bij Inbound port range (Ingaand poortbereik) 10070 in het eerste vak en 10080 in het tweede vak in.
Voer bij Destination port range (Doelpoortbereik) 10070 in het eerste vak en 10080 in het tweede vak in.
Klik op Add (Toevoegen).
Op de pagina dienen nu de regels voor de TCP-poorten 10070 en 10080 te worden weergegeven.
Selecteer vervolgens UDP (UDP) bij Outbound protocol (Uitgaand protocol).
Voer bij Outbound port range (Uitgaand poortbereik) in beide vakken 10070 in.
Selecteer UDP (UDP) bij Inbound protocol (Ingaand protocol).
Voer bij Inbound port range (Ingaand poortbereik) in beide vakken 10070 in.
Voer bij Destination port range (Doelpoortbereik) in beide vakken 10070 in.
Klik op Add (Toevoegen).
Op de pagina dienen nu de regels voor TCP-poort 10070 te worden weergegeven.
Klik op Save (Opslaan) onderaan de pagina wanneer u klaar bent.