Opmerking: als u SecureEasySetup hebt gebruikt om de draadloze beveiligingsinstellingen te configureren, kunnen aangesloten draadloze clients geen verbinding met de gateway meer maken als u de Network Name (Netwerknaam) of andere beveiligingsinstellingen van de gateway wijzigt.
In dit gedeelte kunt u de draadloze basisfuncties van de gateway inschakelen.
Schakel de draadloze functies van de gateway in door het vakje Allow wireless connections (Draadloze verbindingen toestaan) aan te vinken.
Selecteer
(Netwerknaam uitzenden) als u wilt dat de gateway tijdens een site scan door draadloze apparaten kan worden gedetecteerd.
Als u de selectie van Broadcast network name (Netwerknaam uitzenden) ongedaan maakt, detecteren draadloze apparaten uw draadloze netwerk tijdens een site scan niet. In dit geval dient de netwerknaam (SSID) van de gateway handmatig in de apparaten te worden ingevoerd om verbinding mogelijk te maken.
Draadloze clients gebruiken de Network name (SSID) (Netwerknaam (SSID)) om verbinding met de gateway te maken.
De standaard Network name (Netwerknaam) van de gateway is USR9113. Als u meerdere Wireless Ndx gateways onafhankelijk van elkaar wilt gebruiken, dient u voor elke gateway een unieke netwerknaam te configureren.
Opmerking: als u meerdere Wireless Ndx routers of gateways gebruikt en u deze onafhankelijk van elkaar wilt gebruiken, moet elke router en gateway een eigen unieke netwerknaam hebben.
Terug naar de opties van menu Wireless (Draadloos).