Om uw draadloze netwerk optimaal te beveiligen, raden we u aan de draadloze beveiligingsmethode WPA2 and WPA (PSK) (WPA2 en WPA (PSK)) te selecteren en TKIP and AES (TKIP en AES) in te stellen voor de codering.
Open een webbrowser om de draadloze beveiligingsinstellingen van uw router te bekijken. Voer 192.168.1.1 op de locatie- of adresregel van uw webbrowser in en meld u aan met de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de router. Uw draadloze beveiligingsinstellingen worden onder Wireless Security (Draadloze beveiliging) op de pagina General Status (Algemene status) weergegeven.
Als u uw draadloze netwerk uitsluitend tot bepaalde apparaten beperkt, mogen alle andere draadloze apparaten binnen het bereik van uw netwerk geen verbinding maken, zelfs niet als deze uw gebruikersnaam en wachtwoord kraken. Zo beschermt u de computers op uw netwerk en zorgt u ervoor dat alle bandbreedte op uw netwerk voor uw eigen apparaten beschikbaar is.
Gebruik filtering van MAC-adressen om de apparaten die verbinding met uw draadloze netwerk mogen maken te beperken. Het Media Access Control (MAC)-adres is een unieke identificatie die aan computerhardware (desktops, laptops, routers, gameconsoles, etc.) wordt toegewezen. Uw router kan deze identificatie gebruiken om uitsluitend bepaalde apparaten toe te laten of zelfs om een bepaald apparaat te weigeren als u hebt gemerkt dat een andere gebruiker verbinding met uw draadloze netwerk heeft gemaakt.
Gebruik om uw draadloze netwerk te beschermen de volgende richtlijnen om een veilig wachtwoord te kiezen:
Het wachtwoord van de Wireless ADSL2+ Router mag maximaal 15 tekens lang zijn. De veiligste wachtwoorden zijn tussen de 8 en 15 tekens lang.
Het wachtwoord van de router mag een spatie en andere leestekens bevatten.
Gebruik een mengeling van hoofdletters (A t/m Z) en kleine letters (a t/m z).
Cijfers (0 t/m 9 ) maken het wachtwoord nog veiliger.
Gebruik ook ASCII-symbolen, zoals ~, ! @, #, $, %, &, ^, *, etc., om het wachtwoord extra te beveiligen.