De velden in dit gedeelte hebben betrekking op geavanceerde draadloze functies die de meeste gebruikers niet hoeven te wijzigen. Als u deze instellingen wilt wijzigen, dient u de standaard instellingen te noteren voordat u wijzigingen aanbrengt. Op deze wijze kunt u de instellingen herstellen wanneer er problemen optreden.
AP isolation (AP-isolatie): schakel deze optie in als u niet wilt dat uw draadloze apparaten met elkaar kunnen communiceren.
Band (Band): dit is het frequentiebereik dat de router gebruikt om met uw draadloze apparaten te communiceren.
Channel (Kanaal): hier kunt u het kanaal instellen waarop de router functioneert. Als u storingen of problemen met het draadloze netwerk ondervindt, kunt u de problemen mogelijk verhelpen door het kanaal te wijzigen. Het wordt aanbevolen het regelkanaal op Automatic (Automatisch) in te stellen om storing van aangrenzende netwerken te voorkomen.
Channel timer (Kanaaltimer): stel de tijd in minuten in waarin de router naar het beste draadloze kanaal mag zoeken. Deze optie is alleen beschikbaar als de kanaalselectie op Automatic (Automatisch) is ingesteld.
54g™ rate (54g™-snelheid): u hebt de keuze uit Automatic (Automatisch), 1, 2, 5.5, 6, 9, 11, 12, 18, 24, 36, 48 en 54.
Multicast rate (Multicast-snelheid): geef aan met welke snelheid multicast-pakketten op uw draadloze netwerk worden verzonden en ontvangen. Multicast-pakketten worden gebruikt om één enkel bericht naar een reeks ontvangers binnen een bepaalde groep te versturen. Tele- en videoconferenties en e-mailgroepen zijn voorbeelden van multicast-toepassingen. Door een hoge multicast-snelheid in te stellen, kunt u mogelijk de prestaties van de multicast-functies verbeteren. Deze snelheden worden in Mbps weergegeven. U hebt de keuze uit Automatic (Automatisch), 1, 2, 5.5, 6, 9, 11, 12, 18, 24, 36, 48 en 54.
Basic rate (Basissnelheid): selecteer de basissnelheid die draadloze clients moeten ondersteunen. U hebt de keuze uit Default (Standaard), All (Alle) of een snelheid uit de vervolgkeuzelijst.
Fragmentation threshold (Fragmentatiedrempel): het maximale niveau dat de router bereikt bij het verzenden van gegevens in pakketten voordat de pakketten in fragmenten worden opgedeeld. Als er problemen bij het verzenden van gegevens optreden, komt dit doorgaans doordat er ander verkeer op het netwerk plaatsvindt en het gelijktijdige verkeer conflicten veroorzaakt. U kunt dit probleem mogelijk oplossen door de gegevens in fragmenten op te delen. Hoe lager de waarde voor de fragmentatiedrempel, hoe kleiner een pakket voordat het in fragmenten wordt opgedeeld. Als u de maximale waarde (2346) opgeeft, wordt fragmentatie in feite uitgeschakeld. U dient dit niveau alleen te wijzigen als u een gevorderde gebruiker bent.
RTS threshold (RTS-drempel): de RTS-drempel is de minimale grootte in bytes waarbij het Request to Send/Clear to Send (RTS/CTS)-mechanisme wordt gebruikt. In een netwerk waarin er aanzienlijke radiostoring is of waarin veel draadloze apparaten hetzelfde kanaal gebruiken, kan het frameverlies mogelijk worden verminderd door de RTS-drempel te verlagen. De RTS-drempel is standaard op de maximale waarde, namelijk 2347 bytes, ingesteld.
DTIM Interval (DTIM-interval): deze parameter configureert de tijd waarna gebufferde broadcast- en multicast-frames aan de draadloze clients worden geleverd. Deze optie stelt mobiele apparaten in staat stroom te besparen. Als u toepassingen gebruikt die broadcast- of multicast-frames gebruiken om gegevens te leveren, dient u het Delivery Traffic Indication Message (DTIM)-interval op 1 in te stellen om de vertraging van realtime verkeer zoals multicast-audio- en videostreams te beperken.
Beacon Interval (Beacon-interval): de tijdsduur tussen beacon-transmissies. Een beacon is het levenssignaal van een draadloze client of router en wordt naar draadloze clients verzonden om aan te geven dat het draadloze netwerk nog actief is. Deze optie moet worden ingesteld op een waarde tussen 1 en 1000 milliseconden. Het standaard beacon-interval is 100 ms.
Maximum associated clients (Max. aantal verbonden clients): geef aan hoeveel draadloze clients er maximaal met de router mogen worden verbonden.
54g™ mode (54g™-modus): stel deze snelheid in op Automatic (Automatisch) voor de meest uitgebreide compatibiliteit of op 54g Performance (54g-prestaties) voor de snelste prestaties met gecertificeerde 54g-apparatuur. Selecteer 802.11b Only (Alleen 802.11b) als alle draadloze clients alleen de 802.11b-modus ondersteunen. 54g LRS (54g Limited Rate Support) is bedoeld voor de ondersteuning van oudere (802.11b)-clients die niet compatibel zijn met access points die andere snelheden in hun beaconframes aangeven dan de snelheden van 1 en 2 Mbps van de originele 802.11-clients. Gebruik 54g LRS (54g LRS) alleen als er geen verbindingen in de andere drie modi tot stand hoeven te worden gebracht.
54g™ protection (54g™-bescherming): als u deze optie op Automatic (Automatisch) instelt, maakt de router gebruik van RTS/CTS om de 802.11g-prestaties in gemengde 802.11-omgevingen te verbeteren. Als u deze optie op Disabled (Uitgeschakeld) instelt, worden de 802.11g-prestaties onder de meeste omstandigheden gemaximaliseerd terwijl de overige 802.11-modi (802.11b, etc.) van secundair belang zijn.
Preamble type (Type preamble): dit geeft de lengte van het Cyclic Redundancy Check (CRC)-blok voor communicatie tussen de router en draadloze clients aan. De preamble bestaat uit de velden Synchronization (Synchronisatie) en Start Frame Delimiter (SFD) (Beginframebegrenzer (SDF)). Het synchronisatieveld wordt gebruikt om de levering van een frame aan draadloze apparaten aan te geven, om de frequentie van het radiosignaal te meten en om indien nodig correcties door te voeren. De SFD aan het einde van de preamble wordt gebruikt om het begin van het frame te markeren.
Als u geen 802.11b-apparaten in uw netwerk gebruikt, kunt u de preamble voor optimale prestaties op Short (Kort) instellen. Stel de preamble in op Long (Lang) als het netwerk zowel 802.11g- als 802.11b-apparaten omvat.
Transmit power (Zendvermogen): selecteer 20%, 40%, 60%, 80% of 100% in de vervolgkeuzelijst. Het vermogen geeft de sterkte van het draadloze signaal dat door de router wordt verzonden aan. Mogelijk wilt u een lagere instelling proberen als u in een gebied woont waar het draadloze signaal dat van andere draadloze netwerken overlapt en u minder interferentie wilt veroorzaken.
Opmerking: klik op Apply (Toepassen) om alle nieuwe instellingen op te slaan.