Eigenschappen videoapparaat

Het venster Video Device Properties (Eigenschappen videoapparaat) heeft tabbladen voor de instellingen, de effecten en de zoom. Deze eigenschappen zijn van toepassing op Skype-videogesprekken, foto's en opgenomen video's. U kunt in Skype en in de zien welk effect wijzigingen hebben.

Het venster Video Device Properties (Eigenschappen videoapparaat) openen:

Settings (Instellingen)

Wijzigingen in de video-instellingen blijven ook nadat u de computer opnieuw hebt opgestart van kracht. Klik op Save (Opslaan) om de nieuwe instellingen voor toekomstig gebruik op te slaan of klik op Load (Laden) om de eerder opgeslagen instellingen te gebruiken. Klik op Default (Standaard) om de fabrieksinstellingen te herstellen. Deze instellingen zijn van toepassing op Skype-gesprekken, de en alle andere toepassingen die de gebruiken.

In de onderstaande tabel vindt u informatie over de wijzigingen die u via het tabblad Settings (Instellingen) kunt aanbrengen.

Instelling Uitleg
Image Control (Beeldinstellingen)
Image Mirror (Beeld horizontaal spiegelen) Hiermee kunt u het beeld horizontaal spiegelen.
Image Flip (Beeld verticaal spiegelen) Hiermee kunt u het beeld verticaal spiegelen.
Low Light (Weinig licht) Gebruik deze instelling als de camera in een zwak verlichte ruimte wordt gebruikt.
Brightness (Helderheid) Verplaats de schuifbalk om een donker beeld lichter te maken.
Contrast (Contrast) Verplaats de schuifbalk om het verschil tussen de lichte en donkere delen van het beeld aan te passen.
Gamma (Spectrum) Verplaats de schuifbalk om de intensiteit en helderheid van tussenliggende kleurwaarden aan te passen.
Hue (Kleurschakering) Verplaats de schuifbalk om de algehele kleur van het beeld aan te passen.
Saturation (Verzadiging) Verplaats de schuifbalk om de intensiteit van de kleur van het beeld aan te passen.
Sharpness (Scherpte) Verplaats de schuifbalk om randen scherper te maken of om de weergave van het beeld te verzachten.
Snapshot Size (Afmetingen foto's) Alleen voor gebruik met het fotoknopje van de : verplaats de schuifbalk om de afmetingen van foto's aan te passen.
Auto Mode Control (Automatische instellingen)
NB: het wordt aanbevolen de automatische instellingen altijd te gebruiken
USB Bandwidth (USB-bandbreedte) Verplaats de schuifbalk om de voor de camera beschikbare USB-bandbreedte aan te passen.
Exposure (Belichting)

Verplaats de schuifbalk om de sluitertijd voor het nemen van foto's aan te passen. De belichting wordt automatisch aan het omgevingslicht aangepast. U kunt de schuifbalk echter verplaatsen om het gewenste eindresultaat te bereiken. Ook kan het onder extreme omstandigheden, bijvoorbeeld als het erg donker is of de beelden snel bewegen, nodig zijn om de schuifbalk te verplaatsen. Het kan een aantal seconden duren voordat de wijzigingen worden toegepast.

Red (Rood) Verplaats de schuifbalk om de hoeveelheid rood in het beeld aan te passen.
Blue (Blauw) Verplaats de schuifbalk om de hoeveelheid blauw in het beeld aan te passen.
In/Out Door (Binnen/buiten)
Outdoor (Buiten) Gebruik deze instelling als u de camera buiten gebruikt.
Indoor (Binnen) Gebruik deze instelling als u de camera binnen gebruikt.
Flicker (Lichtflikkering)
50 Hz Selecteer 50 Hz als u ergens bent waar tl-lampen op 50 Hz flikkeren, bijvoorbeeld in Europa.
60 Hz Selecteer 60 Hz als u ergens bent waar tl-lampen op 60 Hz flikkeren, bijvoorbeeld in Noord-Amerika.
Extra Control (Extra instellingen)
Back light Comp. (Compensatie voor achtergrondverlichting) Selecteer deze instelling als het licht achter het onderwerp in het beeld erg fel is, bijvoorbeeld in geval van een raam op een zonnige dag.
B/W Mode (Zwart-witmodus) Selecteer deze instelling om met de camera zwart-witbeelden vast te leggen.

Effects (Effecten)

U kunt het beeld van de camera aan Skype, foto's of video's aanpassen. Een Effect (Effect) verandert de weergave van het beeld. Een Frame (Kader) is een vaste decoratie rond het beeld. Naast de standaard kaders kunt u ook een van uw eigen bestanden gebruiken. Het bestand moet een 24-bits .bmp-bestand van 640 x 480 pixels zijn en de transparantiekleur van de delen van het beeld die zichtbaar moeten zijn, moet gewoon blauw zijn.

Selecteer No effect & frame (Geen effect en kader) om alle effecten en kaders uit te schakelen. Selecteer Auto Change (Automatisch veranderen) als u wilt dat het effect elke acht seconden automatisch wordt veranderd.

Zoom (Zoomen)

Gebruik de zoom om een gedeelte van het beeld elektronisch uit te vergroten zodat dit gedeelte het hele beeldveld vult. Selecteer Enable Zoom (Zoomen inschakelen) om de zoominstellingen te activeren. Gebruik de schuifbalk Zoom In/Zoom Out (Inzoomen/uitzoomen) om de grootte van het zoomvak te bepalen en gebruik de pijltjes om het zoomvak over het beeld te verplaatsen.

Als u Enable Face Tracking (Gezicht volgen) inschakelt, wordt het beeld op uw gezicht ingezoomd en worden uw bewegingen binnen het beeldgebied gevolgd. De camera zelf beweegt niet.