Toegangsregeling

Met Access Control (Toegangsregeling) kunt u een bepaalde computer toegang tot bepaalde WAN-services geven of deze de toegang juist ontzeggen. Deze functie werkt in combinatie met planningsregels en de regels voor toegangsregeling worden dus alleen toegepast tijdens de toegewezen tijdvakken. Standaard hebben alle computers toegang tot alle WAN-services.

Ook kunt u computers de toegang tot het LAN ontzeggen. Raapleeg MAC-filter voor meer informatie.

  1. Klik op Add PC (Pc toevoegen).
  2. De pagina Access Control Add PC (Computer toevoegen aan toegangsregeling) van de router wordt weergegeven.

  3. Klik op Enable (Inschakelen) om de instellingen voor toegangsregeling te activeren.
  4. Typ een naam voor de computer.
  5. Vul het IP-adres van de computer in.
  6. Selecteer de juiste instellingen voor de computer.
  7. Met de knop Clear (Wissen) worden alleen de bij Port Range (Poortbereik) ingevoerde gegevens gewist. Klik op de knop Clear om de poortbereiken te wissen en opnieuw te beginnen.

  8. Selecteer de planningsregel die u op de instellingen voor toegangsregeling wilt toepassen.
  9. Klik op OK.
  10. De pagina Access Control van de router wordt opnieuw weergegeven.

  11. Herhaal de stap 1 t/m 7 voor elke computer waarvan u de toegang wilt beperken.
  12. Klik op Save settings (Instellingen opslaan).