Problemen met de ping-procedure oplossen

Als u tijdens de ping-procedure geen antwoord ontvangt met de mededeling dat de ping-opdracht is gelukt, is het adres dat u wilt pingen veranderd en veroorzaakt dit een conflict of is het niet meer beschikbaar. Controleer het adres op de configuratiepagina's en breng met behulp van de consolemodus de nodige correcties aan. Ga na het aanbrengen van de nodige correcties verder met de ping-procedure.

Opmerking: gebruikers van Linux kunnen na het openen van een terminalvenster stap 3 t/m 7 uitvoeren.

  1. Activeer als volgt een opdrachtregel:

    Windows Vista:

    1. Klik in Windows op Start.
    2. Voer Opdrachtprompt in het veld Zoeken in en druk op ENTER.
    3. Dubbelklik in de lijst met resultaten op Opdrachtprompt.

    Alle andere Windows-besturingssystemen:

    1. Klik in Windows op Start > Uitvoeren.
    2. Ga als volgt te werk in het dialoogvenster
      Uitvoeren
      :Windows XP, 2000 en NT: voer cmd in en klik op OK.
      Windows Me, 98 en 95
      : voer command in en klik op OK.
  2. Voer een van de volgende stappen uit: Zo wordt de IP-configuratie weergegeven, inclusief waarden zoals:

    IP Address: 192.168.2.2
    Subnet Mask: 255.255.255.0
    Default Gateway: 192.168.2.1 (Dit is de standaard gateway van uw LAN)
    DNS Server: 192.168.2.1



    Als er geen informatie voor de verbinding van de Ethernet-adapter wordt weergegeven, communiceert uw computer niet met uw Ethernet-adapter.

    Als er wordt aangegeven dat uw media niet is aangesloten, communiceert uw computer met uw adapter, maar heeft deze geen IP-adres van de router gekregen. Controleer of de draadloze beveiligingsinstellingen van uw adapter met de draadloze beveiligingsinstellingen van uw router overeenkomen.

    Als u een IP-adres hebt dat uit 196.254 of 0.0.0.0 bestaat, dient u te controleren of de draadloze beveiligingsinstellingen van uw adapter met de draadloze beveiligingsinstellingen van uw router overeenkomen en de netwerkverbinding op uw computer te herstellen.
  1. Voer Ping 127.0.0.1 in en druk op ENTER. Dit is het adres van de lokale host-computer en garandeert dat het TCP/IP-protocol juist is geïnstalleerd en naar behoren werkt. Als u deze ping niet kunt voltooien, dient u het TCP/IP-framework voor uw besturingssysteem te installeren. Raadpleeg de documentatie van uw besturingssysteem voor meer informatie over hoe u het TCP-/IP-framework installeert.

  2. Voer Ping in gevolgd door het IP-adres dat u in stap 3 hebt genoteerd en druk op ENTER. Zo controleert u of uw pc op verzoeken reageert. Als u geen antwoord op deze ping krijgt, dient u te controleren of alle kabels juist zijn aangesloten en of de juiste stuurprogramma's zijn geïnstalleerd.

  3. Voer Ping in gevolgd door het LAN IP-adres (de standaard gateway die u in stap 3 hebt genoteerd). Druk op ENTER. Op deze manier wordt de communicatie met uw gateway of draadloze router gecontroleerd zodat u weet of u verbinding met de router kunt maken. Als u verbinding met de router kunt maken, kunt u naar de configuratiepagina's gaan en de instellingen configureren. Als u geen antwoord op deze ping krijgt, dient u te controleren of de netvoedingskabel van de router op het stopcontact is aangesloten en of deze stevig op de computer is aangesloten.

  4. Voer Ping in gevolgd door het externe WAN IP-adres van uw router. Dit adres is niet hetzelfde als de Standaard gateway van uw LAN die u in stap 3 hebt genoteerd. U kunt dit adres op de pagina Status (Status) van de router vinden. Met deze procedure controleert u of u toegang tot het internet hebt.

  5. Voer Ping in gevolgd door het adres van de DNS-server dat u in stap 3 hebt genoteerd en druk op ENTER. Op deze manier kunt u geldige internet-hostnamen in IP-adressen omzetten en controleren of u verbinding met het internet hebt.

Terug naar de pagina Problemen oplossen