Een USB-printer in een Linux-omgeving installeren

Er kan een USB-printer met de router worden verbonden en als netwerkprinter worden gebruikt als u een besturingssysteem gebruikt dat ondersteuning voor een Internet Printing Protocol (IPP)-printer biedt. Linux biedt ondersteuning via het Common UNIX Printing System (CUPS).

Opmerking: de router ondersteunt het Line Printer Daemon-/Line Printer Remote (LPD/LPR)-protocol niet. IPP dient als onderdeel van uw CUPS-installatie te zijn geïnstalleerd.

 

Stap één: een lokale printer installeren

Opmerking: de CUPS-daemon dient te zijn opgestart voordat u deze stappen uitvoert.

Opmerking: ga als de printer reeds is geïnstalleerd op alle computers die er gebruik van maken wanneer deze met het netwerk is verbonden naar stap twee: gegevens van de printserver ophalen.

Voordat u uw printer op de printserver aansluit, dient u de stuurprogramma's van de fabrikant van de printer op elke computer te installeren die van de printer gebruik maakt.

  1. Sluit uw USB-printer aan op een van de USB-poorten van uw computer.

  2. Installeer de printer door de installatie-instructies die met de printer zijn meegeleverd op te volgen.

  3. Druk een testpagina af om te controleren of de printer correct functioneert.

  4. Schakel de printer uit.

 

Stap twee: gegevens van de printserver ophalen

  1. Koppel de printer van de computer los en sluit het platte, rechthoekige uiteinde van de USB-kabel aan op de USB-poort van de router.

  1. Steek de stekker van de printer in het stopcontact.

  2. Start een webbrowser. Voer in de locatie- of adresregel 192.168.2.1 in en druk op ENTER.

Opmerking: als u het IP-adres van uw router hebt aangepast, dient u het nieuwe IP-adres in plaats van 192.168.2.1 in te voeren.

  1. Voer als het venster voor gebruikersnaam en wachtwoord verschijnt de gebruikersnaam en het wachtwoord dat u hebt aangemaakt in. Klik op OK om de pagina Status (Status) van de router te laden.

Opmerking: u hoeft zich niet aan te melden als u voor de eerste keer verbinding met de configuratiepagina's van de router maakt. Tijdens de installatieprocedure hebt u een gebruikersnaam en een wachtwoord aangemaakt waarmee u zich bij de router kunt aanmelden. Gebruik deze gegevens wanneer u zich bij de router wilt aanmelden. De gebruikersnaam en het wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig.

  1. Zoek op de pagina Status (Status) in het gedeelte Device (Apparaat) naar Printer status (Printerstatus) en Printer location (Printerlocatie). Noteer het adres dat in het veld Printer location (Printerlocatie) staat.

Stap drie: CUPS-configuratie

Opmerking: u dient deze procedure op elke computer op uw netwerk uit te voeren om afdrukken via de printserver op de router mogelijk te maken.

  1. Start een webbrowser. Voer in de locatie- of adresregel http://localhost:631 in en druk op ENTER.


  2. Klik op Manage Printers (Printers beheren).



  3. Klik op Add Printer (Printer toevoegen).


  4. Voer de informatie voor de Super User (SU)-account in en klik op OK.

  5. Voer de naam, locatie en omschrijving van de printer die u installeert in en klik op Continue (Doorgaan). De specifieke namen zijn niet afhankelijk van de reeds ingevoerde informatie.

Opmerking: de 'locatie' is niet hetzelfde als de 'Printerlocatie' die u hebt ingevoerd bij het ophalen van de gegevens. 'Locatie' verwijst naar de fysieke locatie van de printer. Een voorbeeld: een printer die zich thuis in de kelder bevindt, kan de locatie 'Thuis-kelder' krijgen. 'Naam' is de naam die wordt gebruikt om de printer in de opdrachtregel te identificeren.


  1. Selecteer Internet Printing Protocol (http) (Internet Printing Protocol (http)) in het veld Device (Apparaat) en klik op Continue (Doorgaan).


  2. Voer de 'Printerlocatie' die u bij het ophalen van de gegevens van de printserver hebt genoteerd in het veld Device URI (URI-apparaat) in en klik op Continue (Doorgaan).

Opmerking: de Device URI-informatie is hoofdlettergevoelig en dient precies zo te worden ingevoerd als deze wordt weergegeven in het gedeelte Printer location (Printerlocatie) op de pagina Status (Status) van de router. Als u het IP-adres van uw router hebt gewijzigd, dient u in plaats van 192.168.2.1 het IP-adres van uw router te gebruiken.

  1. Selecteer de fabrikant en het model van uw printer en klik op Continue (Doorgaan).

  2. Selecteer het model van uw printer en klik op Continue (Doorgaan).

Opmerking: als uw printer niet in de lijst staat, dient u de koppeling Software (Software) in het menu in een nieuw venster of tabblad te openen en in de CUPS-opslagplaats naar de stuurprogramma's van uw printer te zoeken.

  1. Klik op Printers (Printers) om informatie over uw printer weer te geven.

Stap vier: de connectiviteit van de printer controleren

  1. Klik op Print Test Page (Testpagina afdrukken) om te controleren of de printer met uw computer communiceert.