Er kan een USB-printer met de router worden verbonden en als netwerkprinter worden gebruikt als u een besturingssysteem gebruikt dat ondersteuning voor een Internet Printing Protocol (IPP)-printer biedt. Linux biedt ondersteuning via het Common UNIX Printing System (CUPS).
Opmerking: de router ondersteunt het Line Printer Daemon-/Line Printer Remote (LPD/LPR)-protocol niet. IPP dient als onderdeel van uw CUPS-installatie te zijn geïnstalleerd.
Opmerking: de CUPS-daemon dient te zijn opgestart voordat u deze stappen uitvoert.
Opmerking: ga als de printer reeds is geïnstalleerd op alle computers die er gebruik van maken wanneer deze met het netwerk is verbonden naar stap twee: gegevens van de printserver ophalen.
Voordat u uw printer op de printserver aansluit, dient u de stuurprogramma's van de fabrikant van de printer op elke computer te installeren die van de printer gebruik maakt.
Sluit uw USB-printer aan op een van de USB-poorten van uw computer.
Installeer de printer door de installatie-instructies die met de printer zijn meegeleverd op te volgen.
Druk een testpagina af om te controleren of de printer correct functioneert.
Schakel de printer uit.
Koppel de printer van de computer los en sluit het platte, rechthoekige uiteinde van de USB-kabel aan op de USB-poort van de router.
Steek de stekker van de printer in het stopcontact.
Start een webbrowser. Voer in de locatie- of adresregel 192.168.2.1 in en druk op ENTER.
Opmerking: als u het IP-adres van uw router hebt aangepast, dient u het nieuwe IP-adres in plaats van 192.168.2.1 in te voeren.
Opmerking: u hoeft zich niet aan te melden als u voor de eerste keer verbinding met de configuratiepagina's van de router maakt. Tijdens de installatieprocedure hebt u een gebruikersnaam en een wachtwoord aangemaakt waarmee u zich bij de router kunt aanmelden. Gebruik deze gegevens wanneer u zich bij de router wilt aanmelden. De gebruikersnaam en het wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig.
Opmerking: u dient deze procedure op elke computer op uw netwerk uit te voeren om afdrukken via de printserver op de router mogelijk te maken.
Start een webbrowser. Voer in de locatie- of adresregel http://localhost:631 in en druk op ENTER.
Klik op Manage Printers (Printers beheren).
Klik op Add Printer (Printer toevoegen).
Voer de informatie voor de Super User (SU)-account in en klik op OK.
Opmerking: de 'locatie' is niet hetzelfde als de 'Printerlocatie' die u hebt ingevoerd bij het ophalen van de gegevens. 'Locatie' verwijst naar de fysieke locatie van de printer. Een voorbeeld: een printer die zich thuis in de kelder bevindt, kan de locatie 'Thuis-kelder' krijgen. 'Naam' is de naam die wordt gebruikt om de printer in de opdrachtregel te identificeren.
Opmerking: de Device URI-informatie is hoofdlettergevoelig en dient precies zo te worden ingevoerd als deze wordt weergegeven in het gedeelte Printer location (Printerlocatie) op de pagina Status (Status) van de router. Als u het IP-adres van uw router hebt gewijzigd, dient u in plaats van 192.168.2.1 het IP-adres van uw router te gebruiken.
Selecteer de fabrikant en het model van uw printer en klik op Continue (Doorgaan).
Selecteer het model van uw printer en klik op Continue (Doorgaan).
Opmerking: als uw printer niet in de lijst staat, dient u de koppeling Software (Software) in het menu in een nieuw venster of tabblad te openen en in de CUPS-opslagplaats naar de stuurprogramma's van uw printer te zoeken.