Als u de USRobotics Network Test (USRobotics-netwerktest) hebt uitgevoerd, de aanwijzingen van het hulpprogramma hebt opgevolgd en nog steeds geen verbinding met het internet kunt maken, dient u handmatig de volgende procedures uit te voeren.
Wanneer de computer met behulp van de router verbinding met het internet maakt, dient een aantal apparaten samen te werken. Er kunnen op een aantal plaatsen problemen met de verbinding tussen uw computer en het internet optreden.
Uw computer maakt verbinding met de router via een draadloze of bekabelde adapter.
Uw router maakt verbinding met uw kabel- of DSL-modem via een Ethernet-kabel.
In de volgende procedure komen de gebieden aan bod waarin we problemen met uw netwerk- en routerverbindingen oplossen om te ontdekken waar het probleem zich bevindt:
- Controleer of de bekabelde of draadloze adapter verbinding met de router kan maken. Als de draadloze adapter niet met de router kan communiceren, kan de computer geen verbinding met het internet maken.
- Controleer de verbinding van de router met de kabel- of DSL-modem. De router dient met de modem te communiceren.
- Controleer de verbinding van de modem met het internet. Uw internetverbinding dient actief te zijn en naar behoren te functioneren.
Opmerking: als u het IP-adres van de router hebt aangepast, dient u het nieuwe IP-adres in plaats van 192.168.2.1 in te voeren.
Bekabelde verbindingen:
- Als u verbinding met de configuratiepagina's van de router hebt, maar nog steeds niet op het internet kunt: het probleem ligt aan de verbinding van de router met de kabel- of DSL-modem. Ga naar De verbinding van de router met de kabel- of DSL-modem controleren.
- Als u geen verbinding met de configuratiepagina's van de router kunt maken: ga naar stap 3.
Draadloze verbindingen:
- Als u verbinding met de configuratiepagina's van de router hebt: het probleem ligt aan de verbinding van de router met de kabel- of DSL-modem. Ga naar De verbinding van de router met de kabel- of DSL-modem controleren.
- Als u geen verbinding met de configuratiepagina's van de router kunt maken: ga door met de onderstaande procedure.
- Probeer een bekabelde verbinding tussen de computer en de router tot stand te brengen.
- Sluit een Ethernet-kabel aan tussen de LAN-poort van de computer en een LAN-poort van de router. Controleer of het overeenkomstige LAN-lampje op de router brandt.
- Start een webbrowser. Voer op de locatie- of adresregel 192.168.2.1 in en druk op ENTER. Probeer opnieuw toegang tot het internet te krijgen.
Opmerking: als u het IP-adres van de router hebt aangepast, dient u het nieuwe IP-adres in plaats van 192.168.2.1 in te voeren.
- Als u verbinding met de configuratiepagina's en het internet kunt maken: het probleem ligt aan uw draadloze adapter. Raadpleeg de documentatie bij uw draadloze adapter.
- Als u geen verbinding met de configuratiepagina's van de router kunt maken: ga naar stap 3.
- Als u verbinding met de configuratiepagina's van de router kunt maken: ga door met de onderstaande procedure.
- Ga naar de pagina Status (Status) van de router en controleer of het hulpprogramma voor draadloze verbindingen de juiste Network Name (SSID) (Netwerknaam (SSID)) gebruikt en of de draadloze beveiligingsinstellingen met de draadloze beveiligingsinstellingen van de router overeenkomen. Raadpleeg de documentatie bij uw draadloze adapter voor meer informatie over het wijzigen van de draadloze beveiligingsinstellingen.
- Controleer op de pagina Wireless (Draadloos) of Allow wireless connections (Draadloze verbindingen toestaan) en Broadcast Network name (Netwerknaam uitzenden) zijn aangevinkt. Klik als u wijzigingen doorvoert op Save (Opslaan) onderaan de pagina wanneer u klaar bent.
- Ga naar de pagina Security (Beveiliging) en controleer of MAC Filter (MAC-filter) op uw router is ingeschakeld. Als het filter op Allow only these devices (Alleen deze apparaten toelaten) is ingesteld, dient u het MAC-adres van de netwerkadapter die geen verbinding met het netwerk kan maken aan de lijst voor MAC-filtering toe te voegen.
- Koppel de computer van de router los en breng de draadloze verbinding met de router opnieuw tot stand.
- Probeer opnieuw toegang tot de configuratiepagina's van de router op 192.168.2.1 te krijgen.
- Als u verbinding met de configuratiepagina's van de router kunt maken, maar nog steeds geen toegang tot het internet hebt: ga naar De verbinding van de router met de kabel- of DSL-modem controleren.
- Als u geen verbinding met de configuratiepagina's van de router kunt maken: ga door met de onderstaande procedure.
De draadloze adapter moet een IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.2.5) van de router krijgen.
Gebruikers van Windows XP, 2000 of NT
- Klik in Windows op Start > Uitvoeren.
- Voer in het dialoogvenster Uitvoeren de opdracht cmd in en klik op OK.
- Voer ipconfig /release in en druk op ENTER.
- Voer ipconfig /renew in en druk op ENTER.
De draadloze adapter moet een IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.2.5) van de router krijgen.
- Voer exit in en druk op ENTER.
- Ga verder met stap 3.
Gebruikers van Windows Me of 98
- Klik in Windows op Start > Uitvoeren.
- Voer in het dialoogvenster Uitvoeren de opdracht command in en klik op OK.
- Voer winipcfg in en druk op ENTER.
- Klik op Vrijgeven.
- Klik op Vernieuwen.
De draadloze adapter moet een IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.2.5) van de router krijgen.
- Sluit het venster.
- Ga verder met stap 3.
Opmerking: als u de Reset-knop langer dan 5 seconden ingedrukt houdt, worden de fabrieksinstellingen van de router hersteld.
Opmerking: als u de fabrieksinstellingen herstelt, gaan alle momenteel geldende instellingen van de router verloren en dient u de installatie van uw router opnieuw uit te voeren.
Opmerking: als het WAN-protocol van uw ISP statisch is, dient u te controleren of het WAN IP address (WAN IP-adres) van de router het IP-adres is dat u van uw ISP hebt gekregen en of dit IP-adres zich in hetzelfde subnet bevindt als het apparaat dat op de WAN-poort van de router is aangesloten.
Opmerking: als u de Reset-knop langer dan 5 seconden ingedrukt houdt, worden de fabrieksinstellingen van de router hersteld.
Als u nog steeds geen toegang tot het internet krijgt: het probleem ligt aan de kabel- of DSL-modem of bij uw ISP. Neem contact op met de klantenservice van uw ISP om na te gaan of er een probleem met de modem of de internetverbinding is.