Deze pagina bevat informatie over specifieke verbindingswaarden die zijn opgegeven door uw ISP.
VPI/VCI (VPI/VCI): DSL-verbindingsparameters, vergelijkbaar met een IP-adres, maar voor een ATM-netwerk.
ID (Verbindings-ID): een numerieke waarde die de verbindingsvolgorde aangeeft.
Category (Categorie): dit is de ATM-serviceklasse (UBR – Unspecified Bit Rate (Niet-gespecificeerde bitsnelheid), VBR – Variable Bit Rate (Variabele bitsnelheid)).
Service Name (Servicenaam): een naam die wordt gebruikt om het verwachte serviceniveau voor de Access Concentrator aan te geven.
Interface Name (Interfacenaam): de in de tabel vermelde naam, aangemaakt door de gateway en alleen gebruikt door de gateway.
Protocol (Protocol): dit is het verificatie- en isolatieprotocol dat over ATM op de ADSL-verbinding wordt gebruikt.
Encapsulation (Isolatie): een set regels voor het bouwen van pakketten. Dit is het type ATM-isolatie.
IGMP (IGMP): de gateway gebruikt het Internet Group Management Protocol om hostlidmaatschappen in bepaalde multicast-groepen op een enkel netwerk op te zetten. (Een algemene toepassing hiervan is een multicast-videostream.)
QoS (Quality of Service): de Quality of Service van de gateway geeft een hoge prioriteit aan bepaalde pakketten (die worden gedefinieerd door de gebruiker). Zie Quality of Service onder Draadloos voor meer informatie.
State (Staat): dit is de staat van de verbinding (enabled (ingeschakeld) of disabled (uitgeschakeld)).
Status (Status): de status van de verbinding: Up (Actief) betekent dat de PPP-service wordt uitgevoerd, Down (Inactief) betekent dat de PPP-service is gestopt.
IP Address (IP-adres): het adres van de gateway wordt verschaft of toegewezen door uw ISP. De gateway gebruikt dit adres om met het netwerk buiten uw LAN te communiceren.
Opmerking: als het veld IP Address (IP-adres) leeg is, dient u te bevestigen dat uw DSL-instellingen juist zijn. Indien u hier niet zeker van bent, kunt u de fabrieksinstellingen van de gateway herstellen door de Reset-knop aan de achterzijde van de gateway ten minste vijf seconden ingedrukt te houden met een dun voorwerp, zoals een paperclip. Voer de EasyConfigurator opnieuw uit en let goed op de gebruikersnaam en het wachtwoord van de PPP-account die uw ISP u heeft gegeven.
Terug naar de opties van menu Status (Status).