De gateway beschikt over configuratiepagina's waarmee u de gateway naar wens kunt configureren. De configuratiepagina's geven ook statistieken weer zodat u toezicht op de netwerkactiviteit kunt houden.
Onder normale omstandigheden is het niet nodig de basisconfiguratie die u bij de installatie van de gateway hebt ingesteld te wijzigen. Als u uw netwerkomgeving wijzigt, kan het echter nodig zijn de gateway opnieuw te configureren. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als u:
de instellingen van de firewall wilt gebruiken om de toegang tot het internet van bepaalde apparaten te beperken;
instellingen voor het aansluiten van een gameconsole aan de gateway wilt toevoegen;
overstapt op een andere Internet Service Provider (ISP);
uw account bij uw ISP wijzigt.
Om de meest recente gegevens op de configuratiepagina's weer te geven, kan het nodig zijn de HTTP Proxy-functie van uw webbrowser uit te schakelen.
Gebruikers van Internet Explorer:
Klik op Extra > Internetopties en selecteer het tabblad Verbindingen.
Selecteer Nooit een verbinding kiezen en klik op Toepassen.
Klik op OK.
Klik op Extra > Internetopties en selecteer nogmaals het tabblad Verbindingen.
Klik op de knop LAN-instellingen.
Verwijder de vinkjes uit alle vakjes en klik op OK.
Klik nogmaals op OK.
Gebruikers van Netscape Navigator 8.x:
Klik op Extra > Opties > Algemeen.
Klik op de knop Verbindingsinstellingen.
Selecteer Directe verbinding met het internet en klik op OK.
Parameters die kunnen worden geconfigureerd, zijn voorzien van een tekstvak of een vervolgkeuzelijst. Klik nadat u wijzigingen op een pagina hebt aangebracht op Save (Opslaan) om de instellingen op te slaan.
Afhankelijk van de instellingen van uw ADSL-verbinding is het mogelijk dat sommige menu-items met opties die niet door uw verbinding worden ondersteund niet op de configuratiepagina's worden weergegeven.
De gatewayconfiguratie bestaat uit de volgende pagina's:
Status (Status): deze pagina geeft de statusgegevens van de gateway en de internetservice weer.
Internet (Internet): gebruik deze pagina om de instellingen van de internetverbinding te configureren of te wijzigen.
LAN (LAN): gebruik deze pagina om geavanceerde instellingen voor het LAN te configureren.
Wireless (Draadloos): gebruik deze pagina om de draadloze instellingen te configureren.
Security (Beveiliging): gebruik deze pagina om de beveiligingsinstellingen te configureren en de aanmeldingsgegevens voor de gateway te wijzigen.
Device (Apparaat): gebruik deze pagina om de apparaatinstellingen te beheren, een back-up van deze instellingen te maken of deze te herstellen en om de firmware bij te werken, etc.