In het menu Security (Beveiliging) kunt u de beveiligingsinstellingen van de router, zoals de draadloze beveiliging, opties voor het filteren van MAC-adressen en aanmeldingsgegevens, configureren en wijzigen.
Wireless (Draadloos): tot de draadloze beveiligingsinstellingen behoren de beveiligingsmethode, het coderingstype en de netwerknaam en coderingstekenreeks.
MAC Filter (MAC-filter): de instellingen voor het MAC-filter.
Device Login (Aanmelden bij apparaat): de aanmeldingsgegevens en wachtwoorden voor uw draadloze router.
Internet Access Control (Toegangsbeheer voor het internet): de regels volgens welke clientcomputers toegang tot het internet kunnen krijgen.
Outbound IP Filtering (Uitgaande IP-filtering): hier kunt u filters instellen om de toegang van interne gebruikers of toepassingen tot het internet te blokkeren.
Inbound IP Filtering (Inkomende IP-filtering): hier kunt u inkomende pakketten hun bestemming laten bereiken door regels te definiëren die de blokkering van bepaalde pakketten ongedaan maken.
Virtual Servers (Virtuele servers): hier kunt u inkomend verkeer vanaf het internet naar een interne server met een particulier IP-adres op het LAN leiden.
Port Triggering (Poort-triggering): hier kunt u voor één sessie een dynamisch of tijdelijk gat in de firewall maken.
DMZ (DMZ): DMZ staat voor Demilitarized Zone (Gedemilitariseerde zone). Deze functie maakt het mogelijk om een IP-adres bloot te stellen aan het internet.