De Wireless USB Print Server ondersteunt een aantal afdrukmethoden:
Peer-to-Peer-afdrukken betekent dat de afdruktaken op uw computer worden opgeslagen (wachtrij) en rechtstreeks naar de Wireless USB Print Server worden verzonden zodra deze beschikbaar is.
Windows SMB-afdrukken is een Microsoft-norm voor het gebruik van een netwerkprinter. Er hoeft op uw Windows-computer geen bijkomende software te worden geïnstalleerd en afdrukken vanuit MS-DOS-programma's wordt ondersteund. Omdat de Wireless USB Print Server geen bestanden kan opslaan, kunnen omvangrijke afdruktaken echter problemen veroorzaken.
Op de server geplaatste wachtrijen betekent dat alle afdruktaken op de netwerkserver (bijv. Windows NT/2000) worden opgeslagen (wachtrij) en vervolgens naar de Wireless USB Print Server worden verzonden. Hierdoor kan de netwerkbeheerder de wachtrij aanpassen. Een belangrijke taak kan bijvoorbeeld naar de eerste plaats in de wachtrij worden verzet.
AppleTalk wordt ook ondersteund en normaal gesproken, is er geen configuratie van de Wireless USB Print Server vereist. Raadpleeg het gedeelte over de installatie op Macintosh.
Welke afdrukmethode moet ik gebruiken?
Als u Windows 95, 98, NT, Me, 2000 of XP gebruikt, is Peer-to-Peer-afdrukken de gemakkelijkste methode.
Gebruik SMB als u Windows gebruikt en vanuit MS-DOS-programma's afdrukt of als u geen aanvullende software wilt installeren. SMB is echter niet geschikt voor grote, complexe documenten. Als u wel dergelijke documenten en MS-DOS-documenten wilt afdrukken, dient u ZOWEL de Peer-to-Peer-afdruksoftware ALS de SMB-afdruksoftware te installeren. MS-DOS-programma's kunnen de SMB-printer gebruiken, terwijl de Windows-programma's Peer-to-Peer-afdrukken gebruiken.
Als uw LAN netwerkservers heeft (bijv. Windows NT, Windows 2000 Server), dient u de door de netwerkbeheerder geadviseerde methode te gebruiken. De Wireless USB Print Server kan indien gewenst via een wachtrij op een netwerkserver afdrukken.
Het TCP/IP- of het NetBEUI-protocol dient op uw computer te zijn geïnstalleerd. (In alle versies van Windows na Windows 95 is TCP/IP standaard geïnstalleerd.)
Als u Peer-to-Peer-afdrukken gebruikt, controleert het installatieprogramma dit voor u. Als u andere methodes gebruikt, dient u deze instellingen handmatig te controleren. Ga als volgt te werk:
Klik in Windows op Instellingen. Klik vervolgens op Configuratiescherm en op Netwerk. U krijgt nu een scherm te zien dat hierop lijkt:
De bovenste regel in de lijst (NetBEUI -> PCI Fast Ethernet Adapter) geeft aan dat het NetBEUI-protocol op deze computer is geïnstalleerd. Uw computer geeft de naam van uw netwerkkaart weer, in plaats van 'PCI Fast Ethernet Adapter'.
De gemarkeerde regel (TCP/IP -> PCI Fast Ethernet Adapter) geeft aan dat TCP/IP is geïnstalleerd. Uw computer geeft de naam van uw netwerkkaart weer, in plaats van 'PCI Fast Ethernet Adapter'.
Als geen van beide regels aanwezig is, dient u het NetBEUI protocol te installeren. Klik op Toevoegen en Protocol. Klik vervolgens op Microsoft. Klik op NetBEUI en op OK. Mogelijk wordt u nu gevraagd om uw Windows-cd te plaatsen. Voor dit protocol is geen configuratie nodig.
Indien nodig kunt u ook TCP/IP installeren. TCP/IP kan afhankelijk van uw LAN-omgeving echter aanvullende configuratie vereisen.
Als een van beide protocollen reeds is geïnstalleerd, gaat u verder met de installatie.
Windows Peer-to-Peer-afdrukken
Bij deze afdrukmethode worden de afdruktaken op uw computer opgeslagen (wachtrij) en vervolgens naar de Wireless USB Print Server verzonden zodra deze beschikbaar is.
Voor Windows 2000 en XP is geen aanvullende software nodig.
Voor andere versies van Windows dient de meegeleverde Peer-to-Peer (PTP)-printerpoortsoftware op elke computer te worden geïnstalleerd.
Installatie Windows 2000/XP
Het wordt aanbevolen LPR als afdrukmethode te gebruiken.
Open de mapPrinters, klik met de rechtermuisknop op de gewenste printer en selecteer Eigenschappen.
Selecteer het tabblad Poortenen klik op Poort toevoegen.
Selecteer StandaardTCP/IP-poort en klik op Nieuwepoort.
Op het scherm Standaard TCP/IP-printerpoort toevoegenvoert u het IP-adresvande printserver in het veld Naam of IP-adres printer in. Klik vervolgens op Volgende.
Selecteer Aangepast op dit scherm en klik op Instellingen.
Selecteer op het scherm met poortinstellingen LPRin het gedeelte Protocol. Voer een Wachtrijnaam in (L1 voor de USB-poort). Controleer of de instellingTellen LPR-bytes ingeschakeld op Ingeschakeld staat. Klik op OK om de wijzigingen te bevestigen en dit scherm te sluiten.
Volg de aanwijzingen op om de wizard te voltooien.
Installatie Windows 9x/ME
Voordat u de volgende procedure uitvoert, dient de Wireless USB Print Server zoals beschreven in het gedeelte Installatie op uw LAN te zijn geïnstalleerd en geconfigureerd. De Wireless USB Print Server en de hierop aangesloten printer moeten allebei op AAN staan.
Plaats de installatie-cd van U.S. Robotics in het cd-rom-station.
Klik op Additional Installs (Overige installaties) en selecteer User (Gebruiker).
Volg de aanwijzingen op om de installatie van het Peer-to-Peer-printerstuurprogramma te voltooien.
Vervolgens wordt de Printer Port Setup (Printerpoort-setup) opgestart.
Daarna kunt u in Windows op Start > Programma's > U.S. Robotics Print Server > Printer Driver Setup (Printerstuurprogramma) klikken om het programma opnieuw uit te voeren.
Installatie Peer-to-Peer (PTP)-printerpoort
Het programma zoekt op het netwerk naar printerservers en er verschijnt een scherm dat lijkt op het scherm hieronder. Klik indien gewenst op Vernieuwen om de lijst bij te werken. Indien mogelijk wordt de naam van de aangesloten printer weergegeven. Controleer als er Geen printer wordt weergegeven of de printer goed is aangesloten en is ingeschakeld.
Voer als uw Wireless USB Print Server niet in de lijst staat de volgende stappen uit:
Klik op Vernieuwen.
Controleer of zowel de Wireless USB Print Server als de printer goed is aangesloten en is ingeschakeld.
Controleer of de Wireless USB Print Server is geconfigureerd. (Gebruik de installatiewizard op de cd.)
Selecteer de gewenste poort op een Wireless USB Print Server en klik op Volgende. Vervolgens verschijnt er een bericht dat de poort is aangemaakt.
Als de onderstaande foutmelding verschijnt, dient u Internet Explorer 4 of hoger te installeren of het gedeelte Problemen oplossen te raadplegen.
De printerpoort wordt aangemaakt en er verschijnt een scherm dat lijkt op het scherm hieronder.
Selecteer de juiste Windows-printer in de lijst Bestaande printers en klik op Verbinding maken.
Als het juiste type printer niet wordt vermeld, dient u op Nieuwe printer toevoegen te klikken om de wizard Printer toevoegen van Windows uit te voeren. Voer de volgende stappen van de wizard uit en installeer de vereiste printer:
Selecteer de juiste printerfabrikant en het printermodel of klik op Diskette als u over de installatie-cd van de printerfabrikant beschikt.
Het verdient aanbeveling om de printernaam te veranderen om aan te geven op welk apparaat deze is aangesloten (bijv. HP2100 op SCA43600_P1).
Schakel als u wordt gevraagd om de printer te delen, de optie Delen niet in.
Als de printerinstallatie is voltooid, staat de printer op het scherm Printerpoort configureren. Selecteer de printer en klik op Verbinden.
De installatie is voltooid en u kunt nu via deze printer afdrukken.
Herhaal stap 1 t/m 4 om meerdere printers te installeren.
Klik als u dit programma in de toekomst wilt uitvoeren eerst op Start en vervolgens op Programma's (dit kan enigszins verschillen, afhankelijk van uw versie van Windows). Klik op Print Server Utility en op Print Driver Setup (Setup printerstuurprogramma).
Opmerking: als u de Epson Spooler Manager gebruikt, dient u dit programma als volgt uit te schakelen:
1. Voer de Epson Spooler Manager uit.
2. Selecteer Queue Setup (Instellingen wachtrij) in het menu.
3. Klik op Use Print Manager for this port (Print Manager voor deze poort gebruiken).
4. Klik op OK om af te sluiten.
Peer-to-Peer (PTP)-printerpoortbeheer
Afdruktaken kunnen net als op elke Windows-printer worden beheerd. Open de map Printers door op Start te klikken. Klik vervolgens op Instellingen en Printers(dit kan enigszins verschillen, afhankelijk van uw versie van Windows). Dubbelklik op een willekeurige printer om de huidige afdruktaken weer te geven.
Als de op de Wireless USB Print Server aangesloten printer is veranderd, dient u dit programma nogmaals uit te voeren en de juiste printer te selecteren.
Gebruik om een poort die met dit installatieprogramma is aangemaakt te verwijderen de Windows-optie Poortverwijderen:
Klik met de rechtermuisknop op een willekeurige printer in de map Printers en selecteer Eigenschappen.
Zoek de poort en klik op Poortverwijderen. Deze knop vindt u op het tabblad Details of Poorten, afhankelijk van uw versie van Windows.
Als het IP-adres van de Wireless USB Print Server is veranderd en u niet meer kunt afdrukken, dient u de poort (zie de procedure hierboven) te verwijderen en deze opnieuw te installeren.
Geavanceerde opties voor de Peer-to-Peer (PTP)-printerpoort
Voer de volgende stappen uit om toegang tot de Peer-to-Peer-afdrukopties te krijgen.
Klik op Start, Instellingen en Printers(dit kan enigszins verschillen, afhankelijk van uw versie van Windows) om de map Printers te openen. Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer Eigenschappen. Deze knop vindt u op het tabblad Details of Poorten,afhankelijk van uw versie van Windows. Klik op Poortinstellingen.
Hieronder ziet u een voorbeeldscherm:
De volgende items worden op dit scherm weergegeven:
Poort: klik indien gewenst op Bladeren om een andere Wireless USB Print Server te selecteren. Als het geselecteerde apparaat meerdere poorten heeft, kunt u de poort selecteren met de knop Apparaatpoort selecteren. Na de installatie kan de poortnaam niet meer worden gewijzigd. Deze naam wordt bij de printereigenschappen weergegeven.
Banner: selecteer deze optie om voorafgaand aan elke afdruktaak een banner-pagina af te drukken.
Als u een PostScript-printer gebruikt, dient u het vakje PostScript aan te vinken.
De gebruikersnaam wordt op de banner-pagina afgedrukt.
Interval voor opnieuw proberen: hiermee stelt u in hoe vaak Windows probeert verbinding met de Wireless USB Print Server te maken als de printer bezet is. Maak deze waarde groter als u teveel waarschuwingsberichten krijgt.
Voor deze methode hoeft geen aanvullende software te worden geïnstalleerd. Het NetBEUI- of TCP/IP-protocol dient wel op uw computer te zijn geïnstalleerd. Gebruik de volgende procedure als u de printer van de Wireless USB Print Server als Windows SMB-netwerkprinter wilt installeren:
Dubbelklik op het pictogram Netwerkomgeving op het bureaublad.
Klik in het menu Beeld op Details.
Bepaal de plaats van de gewenste Wireless USB Print Server, zoals hieronder afgebeeld:
Als de printserver tot dezelfde werkgroep als uw computer behoort, wordt dit op het scherm vermeld.
Als de printserver tot een andere werkgroep behoort, dient u op Volledig netwerk te dubbelklikken. Dubbelklik vervolgens op de juiste werkgroep om deze te openen.
Dubbelklik op het pictogram van de Wireless USB Print Server om een printerpictrogram voor elke printerpoort weer te geven. In het opmerkingenveld wordt mogelijk aangegeven welk type printer op de poort is aangesloten.
Klik om een printer te installeren met de rechtermuisknop op het pictogram van de juiste printer en selecteer Installeren. Vervolgens wordt de wizard Printer toevoegen gestart.
Volg de aanwijzingen op het scherm op om de installatie te voltooien.
Selecteer de printerfabrikant en het model voor printer die op deze poort op de Wireless USB Print Server is aangesloten en voltooi de wizard.
Deze printer verschijnt nu in de map Printers en kan net als elke andere printer worden gebruikt. SMB-afdrukken is echter niet geschikt voor grote en complexe afdruktaken. Gebruik daarvoor Peer-to-Peer-afdrukken.
Als de wachtrij op de server staat, is de printserver op een bestaande netwerkserver geïnstalleerd (Windows, Unix of Netware) en niet op uw computer. Als uw netwerkbeheerder dit systeem gebruikt, dient elke Windows-client op de volgende manier te worden geïnstalleerd:
Klik in Windows op Start, Instellingen en Printers(dit kan enigszins verschillen, afhankelijk van uw versie van Windows) om de map Printers te openen.
Selecteer als daar om wordt gevraagd Netwerkprinter.
Gebruikers van Windows 98 en ME dienen als er om Netwerkpad of naam van afdrukwachtrij wordt gevraagd op Bladeren te klikken. Gebruikers van Windows 2000/XP laten het veld leeg en klikken op Volgende.
Windows 98/ME:
Windows XP:
Blader door het netwerk en selecteer de plaats van de server en de printer (of de afdrukwachtrij) die uw netwerkbeheerder aanbeveelt.
Klik op OK en vervolgens op Volgende.
Selecteer op advies van uw netwerkbeheerder de juiste printerfabrikant en het model en klik op Volgende.
Volg de aanwijzingen op om de wizard te voltooien.
De nieuwe printer wordt nu bij alle andere geïnstalleerde printers vermeld en kan worden geselecteerd als u vanuit een willekeurige Windows-toepassing wilt afdrukken.