Het Wireless beschikt over configuratiepagina's waarmee u het access point vanaf alle computers op het netwerk kunt beheren en controleren. Onder normale omstandigheden is het niet nodig de basisconfiguratie die u bij de installatie van het access point hebt ingesteld te wijzigen. Als u uw netwerkomgeving wijzigt, kan het echter nodig zijn het access point opnieuw te configureren.
Hieronder worden de volgende kwesties met betrekking tot de configuratiepagina's besproken:
Om de meest recente gegevens op de configuratiepagina's weer te geven, kan het nodig zijn de HTTP Proxy-functie van uw webbrowser uit te schakelen.
Gebruikers van Internet Explorer:
Klik op Extra > Internetopties en selecteer het tabblad Verbindingen.
Selecteer Nooit een verbinding kiezen en klik op Toepassen.
Klik op OK.
Klik op Extra > Internetopties en selecteer nogmaals het tabblad Verbindingen.
Klik op de knop LAN-instellingen.
Verwijder de vinkjes uit alle vakjes en klik op OK.
Klik nogmaals op OK.
Gebruikers van Netscape Navigator 8.x:
Klik op Extra > Opties > Algemeen.
Klik op de knop Verbindingsinstellingen.
Selecteer Directe verbinding met het internet en klik op OK.
Als u weet wat het IP-adres van het access point is, kunt u dit op de locatie- of adresregel van uw webbrowser invoeren en op ENTER drukken. Als u niet weet wat het IP-adres van het access point is, dient u een van de onderstaande procedures uit te voeren om dit te achterhalen:
Windows Vista of XP: klik in Windows op Start > Alle programma's > USRobotics Network Device Locator.
Alle andere Windows-besturingssystemen: klik in Windows op Start > Programma's > USRobotics Network Device Locator.
Het welkomstscherm van de Locator wordt weergegeven:
Klik op Next (Volgende).
De Locator geeft het access point en alle andere gedetecteerde USRobotics-apparaten in een lijst weer:
Zoek het Wireless in de lijst. (Als u meer dan een Wireless gebruikt, dient u het apparaat te zoeken waarvan het MAC-adres overeenkomt met het LAN MAC-adres op de onderzijde van het access point waartoe u toegang wilt krijgen). Noteer het IP-adres dat bij het LAN MAC-adres van het access point hoort.
Het netwerkapparaat waarop u het access point hebt aangesloten, wijst de IP-adressen binnen uw lokale netwerk toe. Het IP-adres van het access point achterhalen:
Ga naar het configuratieprogramma of de configuratiepagina's van het netwerkapparaat. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie bij het netwerkapparaat.
Ga naar de lijst met clients van het netwerkapparaat.
Zoek in deze lijst met clients het LAN MAC-adres van het access point.
Noteer het IP-adres dat bij het LAN MAC-adres van het access point hoort.
De configuratiepagina's zijn onderverdeeld in functiegerichte tabbladen. Klik op een van de onderstaande links voor meer informatie over deze tabbladen: