Het Wireless kan op een netwerkapparaat zonder DHCP-server worden aangesloten. Het access point is standaard geconfigureerd om een IP-adres van een DHCP-server te ontvangen, maar u kunt het IP-adres van het access point via de configuratiepagina's ook handmatig instellen.
Raadpleeg Ik heb het access point niet geïnstalleerd als u het access point nog niet hebt geïnstalleerd of als u de standaard configuratie gebruikt.
Raadpleeg Ik heb het access point reeds geïnstalleerd, maar wil dit nu op een ander netwerkapparaat aansluiten als u het access point reeds hebt geïnstalleerd en op een netwerkapparaat hebt aangesloten, maar dit nu op een ander apparaat zonder DHCP-server wilt aansluiten.
Als het netwerkapparaat geen DHCP-server heeft en dus geen IP-adres aan het access point kan toewijzen, kunt u het access point met een statisch IP-adres installeren door het access point rechtstreeks op een computer aan te sluiten.
Sluit de meegeleverde antennes aan op de achterzijde van het access point.
Sluit de meegeleverde Ethernet-kabel aan op de LAN-poort van het access point en op een LAN-poort van de computer.
Sluit het access point als volgt op een stopcontact aan:
Opmerking voor gebruikers in Groot-Brittannië: sluit als de netvoedingsadapter niet in het stopcontact steekt de juiste stekker voor uw land op de netvoedingsadapter aan. Oefen genoeg kracht uit om ervoor te zorgen dat de stekker stevig vastklikt.
Sluit de meegeleverde netvoedingsadapter aan op de poort 15VDC (15 VDC) van het access point.
Sluit de netvoedingsadapter aan op een gewoon stopcontact.
Opmerking: dit apparaat dient van voeding te worden voorzien via een voedingseenheid van klasse 2 met een vermogen van 15 VDC/1200 mA die rechtstreeks op het stopcontact wordt aangesloten.
Schakel de computer in.
Wijs een statisch IP-adres binnen het bereik 192.168.1.x (bijvoorbeeld 192.168.1.100) aan de computer toe. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie over het toewijzen van een statisch IP-adres.
Start uw webbrowser.
De wizard geeft de welkomstpagina weer:
Ga vanaf Stap drie: de basisinstellingen configureren verder met de installatieprocedure.
Klik nadat u de basisinstellingen hebt geconfigureerd op het tabblad LAN (LAN) van de configuratiepagina's.
Selecteer Static (Statisch) en voer bij IP address (IP-adres) het IP-adres van het access point in. Voer vervolgens bij Gateway (Gateway), DNS server (DNS-server) en Subnet mask (Subnetmasker) de gateway, de DNS-server en het subnetmasker van het netwerkapparaat in.
Klik op Save (Opslaan) onderaan de pagina.
Koppel nadat u de installatie van het access point hebt voltooid de Ethernet-kabel los van de computer en gebruik deze vervolgens om het access point op het netwerkapparaat aan te sluiten. Het is niet nodig de installatie en configuratie opnieuw uit te voeren.
Als u het access point reeds hebt geïnstalleerd en dit vervolgens op een netwerkapparaat zonder DHCP-server wilt aansluiten, kunt u zich bij de configuratiepagina's van het access point aanmelden en een statisch IP-adres binnen het bereik van het nieuwe netwerkapparaat aan het access point toewijzen voordat u dit op het nieuwe apparaat aansluit.
Start uw webbrowser.
Voer op de locatie- of adresregel het IP-adres van het access point in en druk op ENTER.
Voer uw wachtwoord en aanmeldingsnaam in en klik op OK.
Klik op het tabblad LAN (LAN) op de configuratiepagina's.
Selecteer Static (Statisch) en voer bij IP address (IP-adres) het IP-adres van het access point in. Voer vervolgens bij Gateway (Gateway), DNS server (DNS-server) en Subnet mask (Subnetmasker) de gateway, de DNS-server en het subnetmasker van het nieuwe netwerkapparaat in.
Klik op Save (Opslaan) onderaan de pagina.