In deze standaard procedure komen een aantal problemen met het access point aan bod:
Controleer of beide uiteinden van het netsnoer en de Ethernet-kabel juist zijn aangesloten.
Controleer of het stopcontact waarop het access point is aangesloten juist functioneert.
Controleer of het access point stroom krijgt en of de volgende lampjes branden: (voeding, WLAN en LAN).
Start als er problemen met de verbinding zijn het access point opnieuw op door de stekker uit het stopcontact te halen en deze er vervolgens opnieuw in te steken.
Voor draadloze verbindingen:
Een slechte verbindingskwaliteit of een beperkt bereik kunnen worden veroorzaakt door interferentie uit de omgeving, zoals verf op loodbasis en betonnen muren, of door sommige elektronica, zoals 2,4 GHz-telefoons. Verplaats de antennes van het access point of de draadloze client om de verbindingskwaliteit te verbeteren.
Controleer of de volgende instellingen van het aangesloten apparaat overeenkomen met die van het access point:
Modus
Netwerknaam of SSID
Type beveiliging en sleutel, psk of coderingstekenreeks.
Raadpleeg de documentatie bij het apparaat voor meer informatie over het wijzigen van deze instellingen.
Voer als u nog steeds problemen met het access point hebt de procedure hieronder uit die het beste met uw probleem overeenkomt.
Ik gebruik een netwerkapparaat zonder DHCP-server.
De Network Device Locator kan het Wireless niet vinden.
SecureEasySetup kan de draadloze client niet configureren.
Ik kan de configuratiepagina's niet openen.
Ik heb een firmware-upgrade uitgevoerd en nu geeft het access point de statuspagina niet meer weer.
Het Wireless wordt niet vermeld als ik ernaar zoek met een draadloze client.
Mijn client communiceert niet met het Wireless Ndx Access Point.
Ik kan geen verbinding meer met het internet maken.
Problemen met de ping-procedure oplossen.
Het access point kan bij gebruik als bridge geen verbinding met andere netwerkapparatuur maken.