Op de pagina Status (Status) kunt u de huidige status van het access point en de functies ervan bekijken.
Name (Naam): de naam van het access point.
Firmware (Firmware): de huidige versie van de firmware op het access point.
Boot loader (Programma voor opnieuw opstarten): de versie van het programma voor opnieuw opstarten op het access point.
Method (Methode): de beveiligingsmethode van het access point. U kunt deze informatie in het gedeelte Wireless (Draadloos) van de pagina Security (Beveiliging) configureren.
Encryption (Codering): het coderingstype van het access point. U kunt deze informatie in het gedeelte Wireless (Draadloos) van de pagina Security (Beveiliging) configureren.
Pass phrase (Coderingstekenreeks): de coderingstekenreeks of de sleutel van het access point. U kunt deze informatie in het gedeelte Wireless (Draadloos) van de pagina Security (Beveiliging) configureren.
Wireless MAC filter (Draadloos MAC-filter): geeft aan of het draadloze MAC-filter op uw netwerk op Disabled (Uitgeschakeld), Allow (Toelaten) of Deny (Weigeren) is ingesteld. U kunt deze informatie in het gedeelte MAC Filter (MAC-filter) van de pagina Security (Beveiliging) configureren.
Network name (Netwerknaam): de netwerknaam van het access point die voor draadloze verbindingen wordt uitgezonden. U kunt deze instelling op de pagina Wireless (Draadloos) configureren.
Broadcast name (Naam uitzenden): geeft aan of het uitzenden van de netwerknaam op Enabled (Ingeschakeld) of Disabled (Uitgeschakeld) is ingesteld. U kunt deze instelling op de pagina Wireless (Draadloos) configureren.
MAC address (MAC-adres): het draadloze (WLAN) MAC-adres van het access point.
WDS restrictions (WDS-beperkingen): de status van de WDS-beperkingen op de router. Deze zijn op Enabled (Ingeschakeld) of Disabled (Uitgeschakeld) ingesteld.
IP address (IP-adres): het IP-adres dat het access point op het LAN gebruikt.
Subnet mask (Subnetmasker): het subnetmasker van de LAN-interface van het access point.
MAC address (MAC-adres): het MAC-adres van het access point.
Opmerking: de apparaten die op uw access point zijn aangesloten en die een statisch IP-adres hebben, worden niet in de lijst Clients (Clients) weergegeven.
MAC Address (MAC-adres): het MAC-adres van de client.
Association Time (Koppelingstijd): de tijd sinds de client voor het laatst een koppeling met het access point heeft gemaakt.
Authorised (Geautoriseerd): als de client verbinding met dit access point mag maken, is de status Yes (Ja). Als de client geen verbinding met het netwerkapparaat of het mag maken, is de status No (Nee).
WMM Link (WMM-link): als de client WMM ondersteunt, is de status Yes (Ja). Als de client WMM niet ondersteunt, is de status No (Nee).
Power Save (Energiebesparing): als de client op de modus voor energiebesparing is ingesteld, is de status Yes (Ja). Als de client niet op de modus voor energiebesparing is ingesteld, is de status No (Nee).