Met de firewallfuncties van de router kunt u bepalen welke soorten verkeer uw netwerk op mogen. Ook kunt u hiermee computers in uw netwerk toegang tot het WAN geven of deze de toegang juist ontzeggen. De firewall beïnvloedt de systeemprestaties niet noemenswaardig, dus we adviseren om deze ingeschakeld te laten om zo uw netwerk te beschermen.
Selecteer Enable (Inschakelen) en klik op Save settings (Instellingen opslaan). Nadat de instellingen zijn opgeslagen, opent de router de pagina Access Control (Toegangsregeling) zodat u verder kunt gaan met het configureren van de draadloze beveiliging. Het menu Firewall (Firewall) bevat de volgende opties:
Planningsregels: hier kunt u tijdvakken definiëren, zodat u toegangsregels automatisch kunt in- en uitschakelen.
Toegangsregeling: hier kunt u de soorten uitgaand verkeer beperken die per client-computer zijn toegestaan.
MAC-filter: hier kunt u toegangsrechten aan bepaalde gebruikers toewijzen.
Oudercontrole: hier kunt u de toegang van een bepaalde computer tot websites blokkeren op basis van een URL of URL-trefwoord.