Inhoudsopgave:
Installatie van de USB Print Server
Navigeren door de Web Configuration Utility >
Navigeren door de Bi-Admin Management Utility
Productspecificaties voor de USB Print Server
USB Print Server Gebruikershandleiding
Navigeren door de Web Configuration Utility
De Web Configuration Utility
In dit gedeelte worden de verschillende functies van de Web Configuration Utility beschreven. Met dit hulpprogramma krijgt u snel toegang tot alle instellingen van de USB Print Server.
U kunt de Web Configuration Utility openen door het IP-adres van de USB Print Server in een webbrowser in te voeren. Druk de diagnosepagina af als u niet weet wat het IP-adres van de USB Print Server is. Het IP-adres staat op deze diagnosepagina.
Links in het venster van de Web Configuration Utility staan de menuopties. Er zijn acht opties: Server Status (Serverstatus), Printer Status (Printerstatus), Configure Server (Server configureren), AppleTalk, NetBEUI, TCP/IP, Internet Printing (Afdrukken via internet) en Logical Printers (Logische printers).
Server Status
Bij Server Status ziet u de huidige netwerkinformatie voor de USB Print Server. Deze informatie behelst onder andere de standaardnaam, de naam van de server, het IP-adres, de domeinnaam, enzovoort.
Printer Status
Op de pagina Printer Status staat de volgende informatie: het type printer dat op de USB Print Server is aangesloten, de status van de printer en informatie over de activiteit van de printer. Onderaan op deze pagina kunt u via de knop Print Test Page (Testpagina afdrukken) controleren of er met de printer wordt gecommuniceerd.
Configure Server
Op de pagina Configure Server kunt u de instellingen van de USB Print Server wijzigen. De wijzigingen die u hier aanbrengt, worden pas doorgevoerd nadat u op de knop Save (Opslaan) onder aan de pagina hebt geklikt.
De naam van de printserver kunt u als eerste veranderen. De naam mag geen spaties bevatten.
Vervolgens kunt u het wachtwoord inschakelen of wijzigen door op het selectievakje te klikken. Als u het wachtwoord inschakelt of wilt wijzigen, moet u het wachtwoord invoeren in de velden Change Password (Wachtwoord wijzigen) en Verify Password (Wachtwoord controleren).
Het laatste wat u op deze pagina kunt doen, is AppleTalk en NetBEUI via de respectieve selectievakjes in of uit te schakelen. Deze functies zijn ingeschakeld als de selectievakjes zijn geselecteerd.
AppleTalk
In het gebied AppleTalk Zone kunt u opgeven door welke Apple-systemen de printer kan worden gebruikt.
U kunt ook de optie Printer Object Type (Objecttype printer) bekijken en wijzigen. Deze optie beschrijft het printerstuurprogramma dat op de printerpoort wordt gebruikt.
Het laatste wat u op deze pagina kunt wijzigen, is het Communication Protocol (communicatieprotocol). U kunt ASCII of Binary selecteren.
De wijzigingen die u hier aanbrengt, worden pas doorgevoerd nadat u op de knop Save (Opslaan) onder aan de pagina hebt geklikt. Via de knop Retrieve Defaults (Standaardinstellingen ophalen) kunt u de standaardinstellingen van deze pagina terughalen.
NetBEUI
In het gebied NetBEUI voert u de Domain Name (domeinnaam) voor het netwerk in.
Bij Response Time (Antwoordtijd) kunt u een tijd tussen 0 en 255 seconden opgeven. Deze optie regelt hoe snel afdruktaken naar de printer worden gestuurd.
Bij Abort Print Job if Error (Afdruktaak afbreken bij fout) kunt u Yes (Ja) of No (Nee) selecteren. Hiermee stelt u in of de afdruktaak wel of niet moet worden uitgevoerd als er zich een fout heeft voorgedaan.
De wijzigingen die u hier aanbrengt, worden pas doorgevoerd nadat u op de knop Save (Opslaan) onderaan op de pagina hebt geklikt.
TCP/IP
In dit gebied selecteert u DHCP Client (DHCP-client) of Fixed IP Address (Vast IP-adres). Selecteer DHCP Client (DHCP-client) als u de USB Print Server aansluit op een netwerkapparaat dat IP-adressen kan toewijzen. Als u zelf een IP-adres aan de USB Print Server wilt toewijzen, kiest u Fixed IP Address (Vast IP-adres) en voert u de gegevens bij IP Address (IP-adres), Subnet Mask (Subnetmasker) en Gateway Address (Gateway-adres) in.
Ook kunt u de verbindingsgegevens wijzigen.
Bij Delay before reconnection attempt (Tijd voordat opnieuw verbinding wordt gemaakt) kunt u een tijd tussen 0 en 255 seconden opgeven. Hiermee stelt u in hoe lang de USB Print Server wacht nadat de van de TCP/IP-verbinding wordt verbroken voordat er opnieuw verbinding wordt gemaakt.
Bij Number of reconnection attempts (Aantal pogingen voor nieuwe verbinding) kunt u een getal tussen 0 en 255 opgeven. Hiermee stelt u in hoe vaak de USB Print Server probeert opnieuw verbinding te maken nadat de TCP/IP-verbinding is verbroken.
Internet Printing
Met Internet Printing kan een afdruktaak via e-mail worden verzonden en op afstand worden afgedrukt. Om deze functie te kunnen gebruiken, dient u de volgende informatie op te geven:
- IP-adres van de mailserver
- Accountnaam
- Accountwachtwoord
- Verificatie accountwachtwoord
- Hoe vaak (in uren en minuten) u wilt laten controleren of er een afdruktaak in de e-mailaccount staat
- Waar de mail naartoe moet worden gestuurd die niet kan worden afgedrukt
U dient ook het printermodel en de printerpoort op te geven. Bij Options (Opties) kunt u tevens selecteren of e-mail moet worden afgedrukt, of bannerpagina's moeten worden afgedrukt en of er via e-mail moet worden gemeld wanneer er een externe afdruktaak is uitgevoerd.
Logical Printers
De USB Print Server kan worden gebruikt bij Netware en Unix als de printer als een logische printer wordt ingesteld.
Selecteer de logische printerpoort die u wilt configureren. U kunt L1, L2 of L3 kiezen. Met de knop Get Data (Gegevens ophalen) kunt u de huidige gegevens voor de geselecteerde logische printer ophalen.
Pre-string is de besturingstekenreeks van de printer in hexadecimale tekens die vóór elke afdruktaak naar de printer wordt gestuurd. Deze tekenreeks mag niet langer zijn dan 15 tekens.
Post-string is de besturingstekenreeks van de printer in hexadecimale tekens die na elke afdruktaak naar de printer wordt gestuurd. Deze tekenreeks mag niet langer zijn dan 15 tekens.