U.S. Robotics
       

Inhoudsopgave:

Informatie over de 56K

Producteigenschappen

Installatie voor alle besturingssystemen

Problemen oplossen

Technische referentie

Verklarende woordenlijst >

Reglementaire informatie

Beperkte garantie

56K Faxmodem Gebruikershandleiding en referentiegids

Verklarende woordenlijst

asynchrone overdracht
Data-overdracht waarin de tijdsperiode tussen de overgedragen karakters kan verschillen. Omdat de tijdsprongen tussen overgedragen tekens niet uniform zijn, moet de ontvangende modem worden geïnformeerd over het begin en het einde van een karakter. Hiervoor dienen de start-/stop bits bij alle karakters.

automatische beantwoording
In deze instelling kan de modem de telefoonlijn beantwoorden als deze een bepaald aantal keren overgaat. Zie S-register S0 in het hoofdstuk "Technische referentie".

auto-dial
Een proces waarin een modem voor u uitbelt. Het belproces wordt begonnen met een ATDT- (TDK, Toon Direct Kiezen) of ATDP- (IDK, Impuls Direct Kiezen) commando, gevolgd door het te bellen telefoonnummer. Auto-dial wordt gebruikt om spraaknummers te bellen. Zie commando Dn.

baudsnelheid
Een term die wordt gebruikt voor het meten van de snelheid van een analoge overdacht van het ene punt naar het andere. Hoewel dit technisch onjuist is, worden de termen baudsnelheid en bitsnelheid vaak door elkaar gebruikt.

binair getal
Een 0 of 1, de getallen die worden gebruikt in het binaire talstelsel. Dit wordt gebruikt omdat de computer twee standen kan herkennen, UIT of AAN. De korte naam voor binair getal is bit.

bits per seconde (bps)
Dit is het aantal bits (binaire getallen) per seconde. Duizendtallen bits per seconde wordt uitgedrukt als kilobits per seconde of kbps.

bitsnelheid
Dit verwijst naar het aantal binaire getallen, oftewel bits, die per seconde worden overgedragen (bps). Het wordt ook wel overdrachtssnelheid genoemd. Communicatiekanalen die gebruikmaken van telefoonlijnmodems worden tot stand gebracht met vooringestelde bitsnelheden, meestal 2400, 4800, 9600, 14.400, 28.800 en hoger.

buffer
Een geheugengebied dat wordt gereserveerd om te worden gebruikt als tijdelijk opslag tijdens invoer- en uitvoerbewerkingen. Een voorbeeld hiervan is de commandobuffer van de modem.

byte
Een groep binaire getallen die worden opgeslagen en die bij bewerkingen wordt gezien als een eenheid. In gebruikersdocumentatie verwijst de term gewoonlijk naar eenheden van 8 bits of karakters. Een kilobyte (KB) is gelijk aan 1.024 bytes of karakters; 640 KB is 655.360 bytes of karakters.

carrier
Een toon waarmee een verbinding wordt aangegeven die de modem kan veranderen voor het uitwisselen van data via telefoonlijnen.

characters per second (CPS, karakters per seconde)
Een data-overdrachtsnelheid die vaak wordt berekend uit de bitsnelheid en de karakter-lengte. Bijvoorbeeld, met 2400 bps, 8-bit karakters met start-/stopbits (voor in totaal tien bits per karakter) worden overgedragen met een snelheid van ongeveer 240 karakters per seconde (cps). Sommige protocollen, zoals foutcorrectie-protocollen hebben geavanceerde technieken zoals langere overdracht-frames en datacompressie voor het vergroten van de cps.

class 1 en 2.0
Internationale normen die worden gebruikt tussen faxtoepassingen en faxmodems voor het verzenden en ontvangen van faxen.

cyclic redundancy checking (CRC)
Een foutopsporingstechniek die bestaat uit een test die op elk datablok of -frame wordt uitgevoerd door zowel de zendende als de ontvangende modem. De zendende modem plaatst de uitkomsten van deze testen in de vorm van een CRC-code in de datablokken. De ontvangende modem vergelijkt de uitkomsten met de ontvangen code en beantwoordt deze met een positieve of een negatieve bevestiging.

datacommunicatie
Een soort communicatie waarbij computers data kunnen uitwisselen over een elektronisch medium.

datacompressietabel
Een tabel met waarden die aan karakters worden toegewezen tijdens een verbinding onder MNP5-datacompressie. De standaardwaarden in de tabel worden voortdurend bijgewerkt en aangemaakt tijdens een verbinding; hoe langer de tabel, hoe efficiënter de doorvoer is die wordt behaald.

data-stand
De stand waarin een faxmodem staat is om databestanden te zenden en te ontvangen. Een standaardmodem zonder faxmogelijkheden staat altijd in de data-stand.

DCE
Datacommunicatie (of circuit-beëindigende) apparatuur is apparatuur zoals inbelmodems, die de dataverbinding via het telefoonnetwerk kunnen opzetten en beheersen.

detectiefase
Bij het ITU-T V.42-foutbeheersingsprotocol is dit de eerste fase bij het vaststellen of de beide modems die contact willen leggen een V.42-mogelijkheid hebben.

digitale kringloop
Een test waarbij voor de RS-232-interface van de modem en de kabel waarmee de terminal (computer) en de modem met elkaar worden verbonden. De modem ontvangt data (in de vorm van digitale signalen) van de computer of terminal en retourneert de data onmiddellijk naar het scherm voor verificatie.

digitale kringloop op afstand
Een test waarmee de telefoonverbinding en de zender en de ontvanger van de modem op afstand worden gecontroleerd.

digitale signalen
Afzonderlijke, uniforme signalen. In deze gebruiksaanwijzing verwijst de term naar de binaire getallen 0 en 1. Deze signalen zijn het tegenovergestelde van analoge signalen.

doorvoer
De hoeveelheid gebruikersdata die per seconde wordt overgedragen zonder inbegrip van protocol-informatie zoals start-/stopbits of headers en afsluitingen van frames. Te vergelijken met karakters per seconde.

DTE
Data Terminal (of Terminating) Equipment is een computer die de uiteindelijke bestemming van de data genereert of deze is.

duplex
Duplex geeft een communicatiekanaal aan waarover in beide richtingen signalen kunnen worden overgedragen. Zie half duplex, full duplex.

Electronic Industries Association (EIA)
Deze vereniging is een groep die elektronische normen in de Verenigde Staten definieert.

facsimile
Een methode voor het verzenden van beelden op een pagina van het ene punt naar het andere. Dit wordt vaak fax genoemd.

fax-stand
De stand waarin de faxmodem bestanden in facsimile-formaat kan verzenden en ontvangen. Zie definities voor V.17, V.27ter en V.29.

foutcorrectie
Verschillende technieken waarmee de betrouwbaarheid van karakters (pariteit) of datablokken wordt gecontroleerd. V.42- en MNP-foutcorrectie-protocollen gebruiken foutopsporing (CRC) en sturen beschadigde frames opnieuw (ARQ).

frame
Een term die wordt gebruikt bij datacommunicatie voor een datablok met aangehechte data voor header en afsluiting. De toegevoegde informatie bevat meestal een framenummer, blokomvangdata, foutcontrolecodes en start/einde-aanwijzingen.

full duplex
Deze signalen stromen tegelijk over een lijn in beide richtingen. Bij communicatie met microcomputers kan dit verwijzen naar het onderdrukken van de on-line local echo.

half duplex
Deze signalen kunnen dan wel in beide richtingen stromen, maar stromen slechts in één richting tegelijk. Bij communicatie met microcomputers kan dit verwijzen naar de on-line local echo, waarbij de modem een kopie van de verzonden data verstuurt naar het scherm van de zendende computer.

Hz
Hertz is een frequentie-meeteenheid die internationaal wordt gebruikt voor het aangeven van cycli per seconde.

ITU-T
Een internationale organisatie die de normen voor telegraaf- en telefoonapparatuur vaststelt. De Bell 212A-norm voor 1200 bps communicatie in Noord-Amerika wordt bijvoorbeeld internationaal aangehouden als ITU-T V.22. Voor communicatie op 2400 bps houden de meeste Amerikaanse fabrikanten V.22 bis aan.

karakter
Een representatie, gecodeerd in binaire getallen, van een letter, een cijfer of een ander symbool.

LAPM
Link Access Procedure for Modems is een foutcorrectie-protocol dat is gedefinieerd in de ITU-T-aanbeveling V.42. Net als de MNP-protocollen, gebruikt LAPM cyclic redundancy checking (CRC) en herverzending van beschadigde data (ARQ) om te zorgen voor betrouwbaarheid van de data.

local echo
Een modemfunctie waarbij modems toetsenbordcommando's en verzonden data op het scherm kunnen weergegeven. Zie commando En.

MNP
Microcom Networking Protocol is een foutcorrectie-protocol dat is ontwikkeld door Microcom, Inc., en nu publiek domein is. Er zijn verschillende MNP-protocollen, maar de meest gebruikte zorgt voor foutloze overdracht via foutopsporing (CRC) en herverzending van foutieve frames.

modem
Een apparaat dat computerdata verzendt/ontvangt via een communicatiekanaal, zoals radio- of telefoonlijnen. Het verandert ook signalen die zijn ontvangen van de telefoonlijn terug in digitale signalen voordat ze worden doorgegeven aan de ontvangende computer.

niet-vluchtig geheugen (NVRAM)
Geheugen dat door de gebruiker kan worden geprogrammeerd en waarin data behouden blijven als het apparaat uit staat. Op sommige modems bevat dit vier opgeslagen telefoonnummers en de modeminstellingen.

on-line fall back/fall forward
Een functie waarbij een snelle modem met foutcorrectie de lijnkwaliteit bijhoudt en teruggaat naar de eerstvolgende lagere snelheid in een bepaald bereik als de lijnkwaliteit afneemt. Als de lijnkwaliteit beter wordt, schakelt de modem over op de eerstvolgende hogere snelheid.

opbel-stand
De stand die wordt gebruikt door de modem wanneer u opbelt naar een andere modem. De verzend-/ontvangfrequenties zijn omgekeerd ten opzichte van de opgebelde modem, die zich in de antwoordstand bevindt.

opnemen/neerleggen
Modembewerkingen die equivalent zijn aan het handmatig opnemen van een telefoonhoorn en hem weer neerleggen.

pariteit
Een eenvoudige methode voor foutopsporing waarmee de geldigheid van een bepaald karakter wordt getest. Karaktercontrole is nu vervangen door betrouwbaardere en efficiëntere vormen van foutcorrectie, waaronder V.42- en MNP 2-4-protocollen. Ofwel hetzelfde type pariteit moet worden gebruikt door twee communicerende computers, of beide kunnen de pariteit overslaan.

protocol
Een systeem van regels en procedures waarmee de communicatie tussen twee of meer apparaten wordt geregeld. Protocollen kunnen variëren, maar communicerende apparaten moeten hetzelfde protocol volgen om data uit te wisselen. Het dataformaat, gereedheid tot ontvangen of verzenden, foutopsporing en foutcorrectie zijn enkele bewerkingen die in de protocollen kunnen worden gedefinieerd.

RAM
Random Access Memory is geheugen dat beschikbaar is voor gebruik als de modem aan staat, maar dat alle informatie wist als de stroom wordt uitgezet. Het RAM van de modem bevat de huidige bewerkingsinstellingen, een flow control buffer en een commandobuffer.

remote echo
Een kopie van de data die worden ontvangen door het systeem op afstand, die worden geretourneerd naar het ontvangende systeem en worden weergegeven op het scherm. Remote echo is een functie van het systeem op afstand.

ROM
Read Only Memory is permanent geheugen dat niet door de gebruiker kan worden geprogrammeerd.

seriële overdracht
De achtereenvolgende stroom data in een enkel kanaal. Te vergelijken met parallelle overdracht waarin data tegelijk door meerdere kanalen stromen.

standaard
Een instelling die bij opstarten of resetten wordt aangenomen door de computersoftware en de randapparatuur. De computer of de software gebruikt deze instellingen totdat ze worden veranderd door de gebruiker of door andere software.

start-/stopbits
Deze signaalbits worden aan een karakter gekoppeld voor- en nadat het karakter wordt verzonden tijdens asynchrone overdracht.

terminal
Een apparaat waarvan het toetsenbord en beeldscherm worden gebruikt voor het verzenden en ontvangen van data met een communicatieverbinding. Dit apparaat verschilt van een microcomputer of een
mainframe in dat opzicht dat het weinig of geen interne verwerkingscapaciteit heeft.

terminal-stand
Softwarestand waarin directe communicatie met de modem mogelijk is. Deze stand wordt ook wel commando-stand genoemd.

transportbesturing
Een mechanisme dat verschillen in de datastroom van of naar de modem of een ander apparaat compenseert. Zie commando's &Hn, &In, &Rn.

V.8
De ITU-T-standaardspecificatie waarin het aanvankelijke handshaking-proces wordt afgehandeld.

V.17
Een ITU-T-norm voor het opzetten van facsimileverbindingen op 14.400 bps, 12.000 bps, 9600 bps en 7200 bps.

V.21
Een ITU-T-norm voor modems die in asynchrone stand werken met snelheden van maximaal 300 bps, full-duplex, op publieke telefoonnetwerken.

V.22
Een ITU-T norm voor modemcommunicatie op 1200 bps, compatibel met de Bell 212A norm die wordt gebruikt in de V.S. en Canada.

V.22 bis
Een ITU-T-norm voor 2400 bps modemcommunicatie. De norm bevat een automatische verbindingsoverleg-fallback tot 1200 bps en compatibiliteit met Bell 212A/V.22-modems.

V.23
Een ITU-T-norm voor modemcommunicatie op 1200 bps met 75 bps achterkanaal.

V.27ter
Een ITU-T-norm voor facsimilebewerkingen die modulatie op 4800 bps specificeert, met fallback tot 2400 bps.

V.29
Een ITU-T-norm voor facsimilebewerkingen die modulatie op 9600 bps specificeert, met fallback tot 7200 bps.

V.32
Een ITU-T norm voor modemcommunicatie op 9600 bps en 4800 bps. V.32-modems vallen terug op 4800 bps als de lijnkwaliteit minder wordt.

V.32 bis
Een ITU-T-norm die een uitbreiding vormt op de V.32-verbindingsreeks: 4800, 7200, 9600, 12.000, en 14.400 bps. V.32 bis-modems vallen terug op de eerstvolgende lagere snelheid als de lijnkwaliteit minder wordt, vallen indien nodig verder terug en kunnen ook vooruit schakelen als de lijncondities beter worden.
Zie online fall back/fall forward.

V.34
Een ITU-T-norm die momenteel snelheden van maar liefst 28.800 en 33.600 bps ondersteunt.

V.42
Een ITU-T-norm voor modemcommunicatie die een twee-stappenproces van opsporing en overleg definieert voor LAPM-foutcorrectie.

V.42 bis
Een uitbreiding op ITU-T V.42 die bepaalde compressieschema's definieert voor gebruik tijdens V.42 verbindingen.

V.90/V.92
De ITU-T-norm voor 56 Kbps modemcommunicatie.

woordenboek
De term die wordt gebruikt voor compressiecodes die worden gebouwd door het V.42 bis datacompressie-algoritme.

Xmodem
De eerste in een serie foutcorrectie-softwareprotocollen die worden gebruikt voor de overdracht van bestanden tussen modems. Deze protocollen zijn publiek domein en zijn beschikbaar bij vele bulletinboard services.

Xon/Xoff
Standaard ASCII controlekarakters die worden gebruikt om een intelligent apparaat op te dragen om de data-overdracht te stoppen/hervatten.

Ymodem
Een foutcorrectie-protocol dat verschillende databestanden tegelijk kan verzenden in blokken van 1024 bytes (1K). Bij dit protocol kan gebruik worden gemaakt van controlesommen of CRC voor foutcorrectie.

Ymodem G
Dit protocol is vergelijkbaar met de Ymodem, behalve dat het voor foutcorrectie afhankelijk is van de modem, waardoor het sneller wordt.

Zmodem
Dit protocol is vergelijkbaar met Xmodem en Ymodem, behalve dat het functies heeft voor batch-overdracht, het hervatten van een gedeeltelijk voltooide overdracht, voor automatisch starten en dat het efficiënter is.