![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
||||||||||
![]() |
|||||||||||||
Inhoudsopgave:De 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router configureren > Problemen oplossen en ondersteuning |
22 Mbps Wireless Cable/DSL Router Gebruikershandleiding (Windows 95, 98, 2000, NT, Me, XP en Macintosh)
De 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router configurerenU kunt het op het web gebaseerde Configuration Utility (configuratiehulpprogramma) gebruiken om de instellingen van de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router te wijzigen. Hieronder volgt een korte omschrijving van deze instellingen. Opstarten en inloggenOpen een internetbrowser en typ het IP-adres van de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router. Het volgende adres is het standaard IP-adres van de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router: Na het tot stand brengen van de verbinding ziet u de web-interface van de Configuration
Er zijn acht hoofdmenu's voor de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router: namelijk Status, WAN, LAN, Wireless, Advanced, Security, Tools en Logout. Opmerking: Nadat u de configuratie- of beveiligingsinstellingen van de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router gewijzig hebt, dient u op Enter te klikken om uw wijzigingen op te slaan en door te voeren.
StatusDit menu wordt gebruikt om de actuele statusggegevens van de 22 mbps Wireless Cable/DSL Router te bekijken. Binnen dit menu zijn er vijf informatiegebieden: namelijk Firmware-versie, LAN, WAN, Wireless, en Randapparatuur. Firmware-versie LAN
WAN
Als het WAN-type is ingesteld op Dial-up Network, PPTP, of PPP over Ethernet ziet u een knop Connect (verbinden) aan de rechterkant. U kunt op deze knop klikken om een inbelverbinding tot stand te brengen met uw ISP. Nadat u op Connect hebt geklikt verschijnt er een knop Hang-up (ophangen). Klik hierop om de verbinding met het internet te verbreken. Als het WAN-type is ingesteld op een dynamisch IP-adres of een dynamisch IP-adres met Road Runner Session Management, ziet u de knop Renew (vernieuwen) en de knop Release (vrijgeven) aan de rechterkant. U kunt op deze knoppen klikken om het IP-adres handmatig te vernieuwen of vrij te geven. Als het WAN-type is ingesteld op een statisch IP-adres, verschijnen er geen knoppen aan de rechterkant. Als er een printopdracht wordt uitgevoerd, verschijnt er de knop Kill Job (opdracht annuleren) aan de rechterkant. Klik op deze knop om de huidige afdruktaak handmatig te beëindigen. Wireless
Randapparatuur
Als er een inbelmodem is aangesloten, verschijnt er een bericht dat de modemstatus aangeeft. Als er een printer is aangesloten, verschijnt er een statusberich aan de rechterkant van het randapparatuurgebied. Voorbeelden van dergelijke berichten zijn "Ready" (Gereed), "Not ready" (Niet gereed), "Printing " (Bezig met afdrukken) en "Device error" (Apparatuurdefect).
WANDeze optie toont de verbindingsmethode van de WAN-poort en verschillende soorten informatie, die afhankelijk zijn van het WAN-type dat u heeft geselecteerd. De 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router is standaard ingesteld op Dynamic IP-adres. Klik op Change (Wijzigen) om een van de volgende zes opties te kiezen:
Hier volgt een meer gedetailleerde beschrijving van deze typen WAN-opties: Na het wijzigen van de instellingen van het WAN-type, dient u op Save te klikken. Nadat u op Save geklikt heeft, dient u waarschijnlijk de computer opnieuw opstarten om de wijzigingen door te voeren.
LANIn het gedeelte LAN van de Configuration Utility kunt u de volgende informatie vinden: IP Address: Dit is het huidige LAN IP-adres van de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router. Als de DHCP-server van 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router is ingeschakeld en u uw computers zodanig configureert dat IP-adressen automatisch opgevraagd worden, laadt uw computer automatisch de juiste TCP/IP-informatie die verschaft is door de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router. De knop Clients List... geeft een lijst van de computers weer die een IP-adres hebben aangevraagd bij de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router. Deze lijst bewaart ook het MAC-adres van de clients die een IP-adres hebben aangevraagd.
Klik op de knop Fixed Mapping... (Vaste toewijzing...) om het scherm MAC Address Control af te beelden. In dit venster kunt u het toewijzen van Mac-adressen en IP-adressen regelen. U kunt ook bepalen welk MAC-adres aangesloten mag worden op dit apparaat. U kunt in dit scherm MAC Address Control in- en uitschakelen, Connection Control (Verbindingsbeheer) selecteren en een MAC-adres gebruiken om een IP-adres toe te wijzen. Iedere configuratie heeft een ID-nummer dat hiermee wordt geassocieerd. Deze functie kan worden gebruikt voor een maximum aantal van 32 clients, dus het ID-nummer ligt tussen de 1 en 32.
WirelessIn dit scherm kunt u de functie Access Point van de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router inschakelen. Er zijn drie gebieden binnen dit gedeelte: Basic (Standaard), Advanced (Geavanceerd) en WEP Security (WEP-beveiliging). Opmerking: Iedere wireless card in het draadloze netwerk moet ingesteld zijn op de modus Infrastructure in de Configuration Utility. Raadpleeg de documentatie bij uw wireless card voor informatie over het selecteren van de modus Infrastructure. Opmerking: de modus 802.11b AdHoc wordt gebruikt voor peer-to-peer netwerkconfiguraties. De modus Infrastructure wordt gebruikt om een Access Point aan de netwerkconfiguratie toe te voegen om zo het bereik te vergroten, zodat een groter aantal computers aangesloten kan worden op het netwerk. Basic (Standaard)Network ID (SSID): Network ID (SSID) is de unieke naam die gedeeld wordt door alle clients en het betreffende Access Point in een draadloos netwerk. De SSID moet identiek zijn voor alle clients of access points die deelnemen aan hetzelfde netwerk. De SSID is hoofdlettergevoelig en mag uit maximaal 30 tekens bestaan. Opmerking: Als de SSID van iedere wireless card ingesteld is op "ANY", koppelen de wireless cards zich aan ieder draadloos access point dat beschikbaar is. Als de SSID van "ANY" gewijzigd is in een andere instelling, moet iedere wireless access point op het draadloze netwerk ook gewijzigd worden in de nieuwe SSID. Channel (kanaal): Deze instelling bepaalt het standaard 802.11b kanaal dat door het draadloze LAN gebruikt wordt om te communiceren. Advanced (Geavanceerd)Voor de opties Beacon Interval, RTS Threshold (RTS-drempel), Fragmentation Threshold (Fragmentatiedrempel) en DTIM Interval dient u de betreffende informatie op te geven. Bij Preamble Type kunt u Short Preamble (Korte preamble) of Long Preamble (Lange preamble) kiezen. Bij Basic Rate (Basissnelheid) kunt u de volgende instellingen selecteren: 1-2 (Mbps), 1-2-5,5-11 (Mbps) of 1-2-5,5-11-22 (Mbps). Bij Basic Rate stelt u de optimale snelheid in die u met uw netwerk wilt bereiken. Bij Supported Rate (Ondersteunde snelheid) kunt u de volgende instelligen selecteren: 1-2 (Mbps), 1-2-5,5-11 (Mbps), of 1-2-5,5-11-22 (Mbps). Bij Supported Rate stelt u de minimale snelheid in die uw netwerk moet bereiken. Kies bij Antenna Selection (Antenne selecteren) een van de opties Left Antenna (Linker antenne), Right Antenna (Rechter antenne) of Diversity Antenna (Antenne met diversiteit). Hiermee wordt of de linker of rechter antenne geactiveerd, of allebei. WEP Security (WEP-beveiliging)
|
Hexadecimal
|
ASCII
|
|
64 bits |
10 karakters
|
5 karakters
|
128 bits |
26 karakters
|
13 karakters
|
256 bits |
58 karakters
|
27 karakters
|
Opmerking: Als de 256 bits beveiliging is geselecteerd, moet iedere wireless card of adapter de 256 bits beveiliging ondersteunen. Als u een wireless card of adapter gebruikt die de 256 bits beveiliging niet ondersteunt, zult u geen verbinding kunnen maken met de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router.
Na het wijzigen van de draadloze instellingen moet u op Save (Opslaan) klikken om de wijzigingen door te voeren. Als u een fout maakt terwijl u de wijzigingen toepast, klik u op Undo (Ongedaan maken) om de wijzigingen te verwijderen.
Activeer de knop MAC Address Control... om het venster MAC Address Control te starten. In dit venster kunt u het toewijzen van Mac-adressen en IP-adressen regelen. U kunt ook bepalen welk MAC-adres aangesloten mag worden op dit apparaat. U kunt in dit venster MAC Address Control in- en uitschakelen, Connection Control (Verbindingsbeheer) of Association Control (Koppelingsbeheer) selecteren en het MAC-adres van een bepaalde DHCP-client toewijzen aan een bepaald ID-nummer. Het ID-bereik loopt van 1 tot en met 32.
Er zijn vier gebieden binnen het gedeelte Advanced: Virtual Server, Special Applications (Speciale toepassingen), SNMP, en Miscellaneous Items (Divers). Er volgt meer informatie over ieder gebied.
De NAT (Network Address Translation) firewall van de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router's filtert niet-herkende pakketten om uw netwerk thuis of op kantoor te beschermen. Alle host-computers achter deze firewall zijn van buitenaf onzichtbaar. Door Virtual Server Mapping in te schakelen worden sommige van de poorten van de host-computer toegankelijk.
De functie Virtual Server bestaat uit twee onderdelen: een IP-adres en een service-poort. Alle verzoeken naar deze poort worden doorgestuurd naar de computer die door het IP-adres van de server wordt aangegeven. Als internetgebruikers verzoeken indienen via een speciale poort op het netwerk, worden deze door de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router doorgestuurd naar de betreffende computer. De computer moet zodanig geconfigureerd zijn dat een statisch IP-adres gebruik maakt van poort-doorsturen. Het poort-doorsturen wordt over het algemeen gebruikt voor het instellen van een web-server, een ftp-server of een email-server in uw netwerk.. Bepaalde bekende services zijn opgenomen in een vooraf opgestelde lijst.
Als u een server wilt toevoegen die de functie Doorsturen gebruikt, volgt u de volgende stappen:
Als u bijv. een ftp-server (poort 21) hebt op adres 192.168.123.1, een web-server (poort 80) op 192.168.123.2 en een PPTP VPN-server op adres 192.168.123.6, dient u voor virtual mapping (virtuele toewijzing) een tabel als volgt op te geven:
Geopende servicepoorten zijn nodig voor bepaalde applicaties, zoals bijv. internet-games, videovergaderen, internettelefonie, enz. Deze applicaties kunnen niet samenwerken met een pure NAT Wireless Cable/DSL Router omdat alle poorten dan standaard geblokkeerd zijn, hetgeen te danken is aan de NAT firewall-functie van de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router. Special Applications dient ervoor om sommige van deze toepassingen te laten samenwerken met een NAT Wireless Cable/DSL Router. Als de toepassing zelfs met gebruik van Special Applications niet naar behoren werkt, raadpleegt u het stukje over de DMZ-host in het gedeelte Divers van deze Gebruikershandleiding.
Trigger: Dit is het nummer van de uitgaande poort die de toepassing het eerst heeft toegewezen.
Incoming Ports: Wanneer het trigger-pakket gedetecteerd wordt, worden de binnenkomende pakketten voor de opgegeven poort door de firewall doorgelaten.
Enable (Inschakelen): Deze optie moet geselecteerd zijn om een poort te activeren voor een speciale applicatie.
Dit product biedt een aantal vooraf gedefinieerde instellingen in het keuzemenu onder aan de web-interface. In het keuzemenu Popular applications selecteert u een ID en klikt u op Copy om een vooraf ingestelde instelling te kopiëren.
Opmerking: Slechts één computer kan een bepaald poortnummer tegelijkertijd gebruiken.
SNMP staat voor: Simple Network Management Protocol. Hiermee kunt u op een afstand de statistieken van uw netwerk bekijken en beheren. In dit gedeelte kunt SNMP inschakelen door Local (Lokaal), Remote (Op afstand) of beide in te schakelen. Als geen van beide wordt geselecteerd wordt SNMP uitgeschakeled. Er is een veld voor Get Community (Community ophalen) en voor Set Community (Community instellen). Get Community is standaard ingesteld op public (openbaar) en Set Community is standaard ingesteld op private (privé). Als u een van beide instellingen wilt wijzigen, dient u de waarden in te vullen.
IP Address of DMZ Host: De DMZ (Demilitarised Zone) Host is een computer waar al het externe internetverkeer naartoe gestuurd wordt. Deze instelling maakt het mogelijk dat een computer blootgesteld wordt aan twee-richtingsverkeer zonder enige belemmering. Deze functie mag alleen gebruikt worden als het echt nodig is, omdat hierdoor de beveiliging van de NAT firewall verwijderd wordt.
Remote Administrator Host: Over het algemeen kunnen alleen de intranet-gebruikers de ingebouwde web-paginas doorbladeren om administratieve taken uit te kunnen voeren. Dank zij deze functie is het mogelijk om administratieve taken uit te voeren vanaf een host-computer-op-afstand. Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunnen de betreffende administratieve taken alleen worden uitgevoerd vanaf het specifieke IP-adres. Als dit specifieke IP-adres als 0.0.0.0 is ingesteld, kan iedere willekeurige host een verbinding tot stand brengen met de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router voor het uitvoeren van administratieve taken. Wanneer deze poort ingeschakeld is, wordt de web-poort waarschijnlijk overgeschakeld. Ga naar het gedeelte Veelvoorkomende vragen (FAQ) op www.usr.com/support voor meer informatie over dit onderwerp.
Administrator Time-out (Time-out beheerder): Hier kunt u instellen hoe lang een periode van inactiviteit mag duren voordat een beheerder automatisch afgemeld wordt.
Discard PING from the WAN side (Ping van WAN-zijde negeren): Als deze instelling ingeschakeld is, negeert de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router automatisch alle ping-verzoeken die van buiten het LAN komen en beantwoordt deze niet.
Non-standard FTP port (Niet-standaard ftp-poort): Deze dient geconfigureerd te worden als u toegang wilt krijgen tot een ftp-server waarvan 21 niet het poortnummer is. Als u uw 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router opnieuw opstart, gaat deze instelling verloren.
MAC Address for Wake-on-LAN: Wake-on-LAN is een technologie waarmee u op afstand een netwerkapparaat aan kunt zetten. Om deze functie te gebruiken, dient het doelapparaat Wake-on-LAN te ondersteunen en dient u het MAC-adres van dit apparaat te weten. Klik op Wake up en de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router stuurt een wake-up frame naar het doelapparaat.
Er zijn twee gebieden binnen het gedeelte Security: Access Control en MAC Address Control.
Met Access Control kunt u de toegangsrechten voor iedere gebruiker apart toewijzen. Ten eerste dient u de gebruikers in verschillende groepen in te delen, zoals geïdentificeerd door hun IP-adres. U kunt de leden van de standaardgroep toewijzen aan Groep 1, 2 en 3. De overigen zijn allemaal leden van de Default Group (Standaard groep). Ten tweede dient u de toegangsrechten voor de diverse groepen toe te wijzen. De toegangsrechten dienen voor het vrijgeven of weigeren van toegang tot bepaalde TCP- en UDP-poorten. Bijvoorbeeld:
Commentaar toegangsrechten groepsleden:
Standaard - Toestaan () Geen toegangsrechten (niets toestaan)
Groep 1 100-149 Toestaan (25,53,80,110) Mag bladeren (80), ontvangen (110) en alleen e-mail verzenden (25)
Groep 2 150-199 Blokkeren (21.119) Mag netnieuws (119) en ftp (21) niet lezen.
Groep 3 10, 20 Blokkeren ( ) Volledige toegang (niets blokkeren)
Als u op de knop MAC Level... (MAC-niveau) klikt, wordt het venster MAC Address Control afgebeeld.
Met MAC Address Control kunt u het toewijzen van MAC-adressen en IP-adressen regelen. U kunt ook bepalen welk MAC-adres aangesloten mag worden op dit apparaat. U kunt in dit venster MAC Address Control in- en uitschakelen, Connection Control (Verbindingsbeheer) of Association Control (Koppelingsbeheer) selecteren en het MAC-adres van een bepaalde DHCP-client toewijzen aan een bepaald ID-nummer. Het ID-bereik loopt van 1 tot en met 32.
Gebruik deze optie om het beheerderswachtwoord te wijzigen. Er is geen standaard wachtwoord voor de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router. Het is verstandig een wachtwoord in te stellen nadat u zich aangemeld hebt. Als u dat nu niet wilt doen. kunt u op ieder gewenst moment een wachtwoord instellen door in het menu aan de zijkant van het venster op Tools (Extra) te klikken en daarna op Reboot (Opnieuw opstarten). Via een wachtwoord beperkt u de toegang tot de configuratie-opties van dit hulpprogramma.
Opmerking: Mocht u uw wachtwoord vergeten, drukt u op de knop RESET. Houd deze knop ingedrukt, haal de stekker uit het stopcontact en steek deze er meteen weer in. Nadat de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router weer stroom ontvangt, houdt u de knop RESET nog zo'n vijf seconden ingedrukt om de standaardinstellingen van de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router te herstellen.
Het WAN MAC-adres verschijnt naast de knop Save en Clone MAC. De knop Clone MAC (MAC-adres klonen) komt van pas als uw verbinding aan een bepaald MAC-adres gebonden (ermee vergrendeld) wordt. Door het MAC-adres te klonen kunt u het adres opnieuw toewijzen zonder het bij uw internetprovider te registreren. Het is bij sommige internetproviders namelijk niet verplicht het MAC-adres te registreren.
Als de 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router niet meer reageert, kunt u op Restart klikken om deze opnieuw op te starten.
U kunt op Factory Default klikken en uw 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router opnieuw opstarten om de fabrieksinstellingen te herstellen.
In dit gedeelte kunt u tevens informatie verkrijgen over de versie van de firmware en het MAC-adres van de WAN. Ga naar http://www.usr.com om te zoeken naar eventuele updates voor de firmware voor uw 22 Mbps Wireless Cable/DSL Router.
Met de optie Logout kunt u zich op veilige wijze afmelden bij de Configuration Utility.